309
Commissie III, onder voorzitterschap van Prof. Hallert (Zweden),
concludeert, dat, sinds het congres in Rome, een vooruitgang is te
constateren in de constructie van instrumenten. Een vooruitgang tevens
in de Fotogrammetrie, die zich thans reeds dermate heeft ontwikkeld,
dat aan kadastrale diensten moet worden aanbevolen, de mogelijkheden
van de fotogrammetrie voor hermetingen ernstig te bestuderen met
het oog op het kostenvraagstuk. Mede in verband hiermede oordeelt
deze commissie voor het volgend congres een nauwe samenwerking met
commissie II nodig.
In commissie VI kwam de ook reeds in Nederland zo gaarne ge
koesterde wens tot uiting, in alle landen de beschikking te hebben over
nauwkeurige grondkaarten op de schaal i10 ooo, voorzien van hoogte
lijnen, en dienende voor technische, economische en wetenschappelijke
doeleinden.
Commissie X bepleitte internationale tijdschriftenruil en, zoals het
Tijdschrift voor K. en L. reeds vele jaren geleden ten behoeve van
zijn buitenlandse betrekkingen deed, een korte inhoudsopgave in het
Frans en Engels onder de gepubliceerde belangrijkste artikelen. Boven
dien werd uitwisseling van studenten en van hoogleraren van univer
siteiten en hogescholen zeer aanbevolen.
Minder bevredigend lijken mij de besprekingen in die commissies,
waar, zoals in commissie V, technische kwesties in belangrijke mate
worden beïnvloed door velerlei wettelijke bepalingen die in verschil
lende landen over wederopbouw en herverkaveling bestaan. Zij het dan
ook, dat de landmeter, die er bij werkzaam is, in alle landen vrijwel
dezelfde sociale taak heeft te vervullen.
Vele van mijn lezers zal ongetwijfeld het besprokene in commissie II
interesseren. Deze commissie, onder voorzitterschap van de heer Louis
Hegg (Zwitserland), stelt zich de oprichting voor van een internatio
naal bureau, waarin al die zaken van technische, juridische en econo
mische aard zouden kunnen worden besproken die betrekking hebben
op de administratie van de rechten op de grond. Het bureau zou moeten
bestaan uit een directie (Commissie), samengesteld uit een lid uit elk
bij de F.I.G. aangesloten land en uit een uitvoerend orgaan (Bureau),
gevormd door de voorzitter van de Commissie, een (permanente) secre
taris-generaal en drie leden. Het bureau zou allereerst tot taak hebben,
een vergelijkende studie te maken van de problemen die zich bij de
administratie van de rechten op de grond voordoen en van de eigen
dom van onroerend goed in het algemeen. De functie van de afgevaar
digden van de aangesloten landen zou zijn na nauwgezet onderzoek
datgene in de Commissie mede te delen, wat zij in deze materie voor
hun land representatief achten. Tevens zouden zij tot taak en tot plicht
hebben aan de daarvoor in aanmerking komende autoriteiten in hun
land mededeling te doen van alle door de Commissie genomen en door
de F.I.G. bekrachtigde besluiten.
Aan het congres was een interessante tentoonstelling verbonden,
waarop vele bekende firma's, zoals Wild en Kern, exposeerden en waar
men een fraaie collectie landmeetkundige instrumenten van de Engelse
firma Hilger and Watts kon bewonderen. Een Nederlandse inzending