262
kavelingsbelangen dienenhet beschikbaar stellen van grond voor
dergelijke wegen aan de gemeentede verplaatsing van agrarische be
drijven uit de bebouwde kom, al dan niet teneinde bouwterrein te ver
krijgen; de verbetering van de afwatering van de bebouwde kom; de
zuivering van zakelijke rechtenhet verkrijgen van kadastrale her
meting van de bebouwde komhet verkrijgen van bouwterrein en van
grond voor sportterreinen en begraafplaatsen zonder tot onteigening
te moeten overgaanetc. De ervaring schijnt te leren, dat het van
belang is zeer nauwkeurig na te gaan, welke gedeelten van de be
bouwde kom men bij de ruilverkaveling zal betrekken en welke doel
einden men daarmede wil bereiken. De gevallen waarbij men zonder
veel onderzoek op grond van algemene overwegingen de bebouwde kom
in haar geheel hetzij buiten de ruilverkaveling heeft gehouden, hetzij
daarin heeft opgenomen, schijnen beide tot moeilijkheden te leiden.
Overigens blijkt uit deze gegevens wel duidèlijk, dat de woorden van
artikel 10, zoals dit sinds 1941 luidt, op zeer rekbare wijze kunnen
worden geïnterpreteerdmen laat op grond van „de aansluiting van
wegen en waterlopen" de bebouwde kommen in het ene geval geheel
buiten beschouwing, in het andere trekt men ze volledig en in het
derde gedeeltelijk bij de ruilverkaveling.
Overbedeling aan de gemeenten; aanleg van wegen.
Ten slotte is het nauwe verband tussen de ruilverkaveling en de uit
breiding van de bebouwde kommen der gemeenten tot uitdrukking ge
komen bij de toedeling van gronden aan de gemeenten. In vele ge
vallen is het noodzakelijk gebleken bij de ruilverkaveling aan de
gemeente, hoewel die als eigenares geen of weinig grond inbracht,
gronden toe te wijzen welke voor wegen (waarbij de ruilverkaveling
geen rechtstreeks belang heeft) en soms voor bouwterrein nodig zijn.
Meestal wordt dan een overeenkomst getroffen, krachtens welke die
wegen hetzij door de ruilverkavelingsorganen worden aangelegd, met
bijbetaling door de gemeente voor de werkzaamheden (bijv. extra
breedte of verharding) aan welke uit agrarisch oogpunt geen behoefte
bestaat, hetzij door de gemeente worden gemaakt, waarbij de ruilver
kaveling de kosten betaalt die in ieder geval voor haar rekening zouden
zijn gekomen. Ook dit is een ontwikkeling welke bij het tot stand
komen van de Ruilverkavelingswet 1938 niet is voorzien. De wet regelt
immers wel de toedeling van kavels aan de Staat, doch zwijgt over
toedeling aan de gemeenten.
Behoefte aan wijziging van de Ruilverkavelingswet 1938
Hoewel in de praktijk tot nu toe niet van ernstige klachten is
gebleken, meent de commissie, dat dit geen voldoende aanleiding
kan zijn om een onbevredigende wettelijke regeling te laten voort
bestaan. Bovendien is het geenszins zeker, dat het op den duur moge
lijk zal blijven alle moeilijkheden door vrijwillig overleg op te lossen,
vooral omdat in de toekomst nog een belangrijke intensivering mag
worden verwacht zowel van de ruilverkavelingswerkzaamheden als