100
o°-i8o° van de transporteur en de doorlopen baan (dus feitelijk een
fout in de montage van de transporteur aan de potloodhouder) en
een eventuele „verschuiving" van de meetresultaten ten opzichte van
de theoretische sinusoide. Het zou uit een theoretisch oogpunt niet
oninteressant zijn geweest de laatstgenoemde component afzonderlijk
te bepalen, maar vergeleken met de overige onregelmatigheden van het
rolletje kan hij gevoeglijk verwaarloosd worden.
De grootheden g en Af werden zodanig berekend, dat [vt2]
minimum was. Teneinde eenvoudigheidshalve gelijke gewichten te
kunnen toepassen, werden bij deze vereffening de waarnemingen bij
cp tussen 350° en io° buiten beschouwing gelaten.
i
f
c—1
De afwijkingen zt,- (die na de vereffening ook voor de laatstgenoem
de waarnemingen werden berekend) zijn in de figuren 2 en 3 grafisch
voorgesteld.
Wanneer men bedenkt, dat de eveneens in deze figuren voorge
stelde middelbare fouten op slechts een enkele meting, doch de af
wijkingen vi op het gemiddelde van 10 metingen betrekking hebben,
is het duidelijk, dat deze afwijkingen volkomen reëel zijn. Opmerke
lijk is, dat het rolletje de neiging heeft in sterker mate te langzaam te
draaien naar gelang de hoek <p tot nul nadert, dus de glijding gaat
overwegen. Bij waarden van cp zeer dicht bij nul is er echter bij het
nieuwe rolletje (fig. 2) een tegengestelde tendens, terwijl bij het oude
rolletje (fig. 3) de afwijkingen ten opzichte van de sinusrelatie dan
zeer onregelmatig zijn.
Soortgelijke onderzoekingen werden uitgevoerd met het rolletje
van een zeer oude compensatie-poolplanimeter (fig. 4). Rekening
houdende met het feit, dat de lengte van de baan in dit geval slechts
12 cm was, dus iets minder dan de helft van die bij de vorige proeven,
ziet men dat zowel de middelbare fouten als de systematische afwij-
Coradi 3368 (zeer oud)
i
500gr 520 560 360
20 40 6080
O P
O——O midd. fout
Fig. 4
OO. f
f syst. afwijkinq
Het rolletje beschrijft een rechte baan van 12,0 cm.