101 kingen veel groter zijn dan bij de andere rolletjes. Verder blijkt de middelbare fout reeds sterk toe te nemen als nog vrij veel ver schilt van nul, terwijl de systematische afwijkingen sterk asymme trisch zijn. De conclusie is dat het inderdaad verstandig is de planimeter volgens het bekende voorschrift zodanig ten opzichte van het perceel te plaat sen, dat het rolletje zo weinig mogelijk glijdt. Men zij er zich echter van bewust, dat dit gedaan dient te worden niet zozeer om de middel bare fout te verminderen (wanneer althans zeer oude rolletjes buiten beschouwing worden gelaten), maar voornamelijk teneinde de syste matische fout, die het gevolg is van afwijkingen tussen practijk en theorie, zo klein mogelijk te maken. Dat inderdaad de middelbare toevalligefout in de oppervlakte bepaling weinig gevoelig is voor een wijziging in de stand van de planimeter ten opzichte van het perceel, blijkt ten overvloede uit het volgende onderzoek. Een lang en smal perceel werd 25 maal geplanimetreerd bij verschil lende standen van de planimeter, dus m.a.w. bij verschillende waarden van de hoek 3tussen de lengte-as van het perceel en de grondcirkel. De middelbare fouten in de enkele waarneming, die uit deze series van 25 metingen werden berekend, zijn grafisch voorgesteld in fig. 5. Bij de gebruikte armlengten maakte de grondcirkel (die een glijcirkel is) met de tweede glijcirkel een hoek van ongeveer 40°. Hieruit volgt, dat weinig glijding optrad bij die standen waarvoor de hoek j8 tussen 6o° (lengte-as van het perceel loodrecht op de tweede glijcirkel) en ioo° (lengte-as loodrecht op de grondcirkel) was. Daarentegen trad veel glijding op bij /8 tussen 1600 en 200°. Op deze kwestie van glijding in verband met de positie van het perceel ten opzichte van de grondcirkel zullen we dieper ingaan in de volgende paragraaf. In fig. 5 ziet men 7 6 9 3 2 veel ghjding Ogr- 20 «0 60 80 100 120 140 160 160 200 Invloed van de grootte van de hoek tussen de lengte-as van een perceel en de grondcirkel. Grafieken A (Coradi 5808) en B (Coradi 5809) onilooparm 46, perceel 5X15 cm2. Grafiek C (Coradi 5808) omlooparm 41, perceel 2,5 X 10 cm2.

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1950 | | pagina 103