106
construeerd is uit de gegevens die fig. 13 bevat. De onder ie genoemde
ricjhting wordt aangegeven door de getrokken middellijnen van de
cirkeltjes, terwijl de onder 2e genoemde sectoren in zwart zijn getekend.
Het gebruik van een dergelijke poolzoeker is duidelijkmen plaatst
hem zodanig ten opzichte van het perceel, dat de grenzen zoveel
mogelijk.met de getrokken middellijnen samenvallen of althans zoveel
mogelijk binnen de witte sectoren blijven, daarbij op het oog inter-
polerende in het gebied tussen de cirkeltjes. Op deze wijze zal men
met groter zekerheid een gunstige positie van de planimeter bereiken
dan met de poolzoeker in de klassieke uitvoering.
Volledigheidshalve zij nog opgemerkt, dat elke armlengte een eigen
poolzoeker eist en dat de beschreven poolzoeker speciaal voor de schijf-
poolplanimeter van het type Coradi werd geconstrueerdvoor de plani
meter van Murbach b.v. zou de poolzoeker er iets anders uitzien in
verband met het feit, dat bij dit type, in tegenstelling met dat van
Coradi, het rolletje in zijn centrale stand zich bevindt in het middel
punt van de draaischijf.
3. Verschillen tussen heen- en teruggang.
'In 1 is reeds opgemerkt, dat bij de daar beschreven proeven een
systematisch verschil werd geconstateerd tussen de resultaten ver
kregen in heengang resp. teruggang. Dit verschil is voor elk van de
ingestelde hoeken cp tussen de as en de baan van het rolletje en voor
elk van de drie onderzochte rolletjes voorgesteld in fig. 15. Er is een
duidelijk verband tussen het verschil en de hoek <J>. Dit verband is
voor het oude en het zeer oude rolletje (Coradi 3844 resp. 3368) vrij
regelmatig in die zin, dat het verschil over het algemeen groter is
naarmate de hoek <5 dichter bij nul ligt. Wanneer cp de waarde nul
bo._
,0
O
O
O
30°
270
60°
300
330
0
O Coradi 5609 (baan 26,8cm)
•o Coradi 3844 (baan 26,8 cm
-o Coradi 3368 (baan 12,0 cm) Fig. 15
Het rolletje beschrijft een rechte baan. Verschillen tussen heen- en teruggang.