107 zeer dicht nadert, wordt het verschil echter plotseling veel kleiner, terwijl bij de Coradi 5809 (nieuw) het verschil van teken verandert, wanneer s de waarde nul passeert. Verder is het verschil over het algemeen groter naarmate het rolletje ouder is. (Men bedenke, dat de baan afgelegd door het rolletje van de Coradi 3368 slechts 12 cm bedroeg, dus minder dan de helft van de banen van de andere rolletjes.) Wanneer men terug denkt aan hetgeen behandeld is in 1, is het duidelijk, dat het optreden van systematische verschillen tussen heen- en teruggang eigenlijk betekent, dat de afwijkingen tussen de werke lijke en de theoretisch veronderstelde draaiing van het rolletje voor heen- en teruggang verschillen. Gezien het feit, dat de verschillen kleiner zijn dan de niet elimineerbare afwijkingen (men vergelijke fig. 15 met de figuren 2, 3 en 4) heeft het weinig zin de verschillen te elimineren door de planimetrering in heen- en teruggang uit te voeren. Men vermijde slechts zoveel mogelijk glijding van het rolletje door een zorgvuldig gebruik van de poolzoeker. 4. Keuze van het beginpunt. Het is nuttig de volgende vraag te beantwoorden alvorens het eigen lijke onderwerp te behandelen. Men beweegt de omlooploupe van P naar Q (fig. 16) langs de getekende kromme. Gevraagd: welke figuur heeft een oppervlakte gelijk aan het verschil tussen de aflezingen gedaan in P resp. Q, ver menigvuldigd met de vermenigvuldigconstante 1 Blijkbaar zijn er on eindig veel van dergelijke figuren, namelijk elke figuur die men krijgt door de gegeven kromme PQ te sluiten met een zodanig gekozen kromme QP, dat men, na die kromme met de omlooploupe te hebben gevolgd, dezelfde aflezing krijgt als men in Q reeds had. Eén van die P Fig. 16 Geplanimetreerde oppervlakte.

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1950 | | pagina 109