112 band tussen de rotatie van de correctieschroefjes en de verandering in het verschil tussen de planimetreringen practisch lineair. Per om wenteling (360°) van de correctieschroefjes verandert het verschil tussen de twee planimetreringen met 36 noniuseenheden. Van deze wetenschap kan men op de volgende wijze gebruik maken bij de regeling. De proefschijf wordt geplanimetreerd met de pool schijf op de kleinst resp. grootst mogelijke afstand van de proefschijf. De correctieschroefjes worden gedraaid over een hoek, die (in sexa- gesimale graden) gelijk is aan het verschil tussen de verkregen resul taten vermenigvuldigd met 10. Daarbij houde men er rekening mede, dat het uiteinde van de as van het rolletjje dat wijst in de richting van de omlooploupe, dichter bij (resp. verder van) de omlooparm moet worden gebracht, als het resultaat, verkregen met de verre poolschijf, groter (resp. kleiner) is dan het andere. De regeling wordt gecontroleerd door de planimetreringen met de poolschijf in de uiterste standen te herhalen. Gebleken is, dat men op deze wijze binnen het kwartier de regeling kan uitvoeren met een nauwkeurigheid gelijk aan 0,1 a 0,2 omwente ling van de correctieschroefjes. Teneinde het effect van een resterende regelingsfout te onderzoeken, werd een perceel (waarvoor gemakshalve de proefschijf werd ge bruikt) een aantal malen geplanimetreerd met de poolschijf op ver schillende afstanden. De opzettelijk aangebrachte ontregeling bedroeg 1 omwenteling van de correctieschroefjes. Bij de gebruikte armlengte cm (30 loopt de grondcirkel over het midden van het perceel bij een poolschijfafstand van ongeveer 22,5 cm (in de figuur 21 aangegeven door een recht lijnstuk loodrecht op de horizontale as). Fiq 21 De resultaten zijn voorgesteld in fig. 21. Blijkbaar is de invloed van een restant ontregeling (die in de practijk niet groter behoeft te zijn dan 0,1 a 0,2 van de ontregeling waarop fig. 21 is gebaseerd), wanneer men de grondcirkel niet geheel juist legt, slechts gering. Moet men planimetreringen uitvoeren, waarbij het aankomt op C 0 0 C 0 0 Q_ Q_ O 11390 19 20 21 Afstand poolschijf perceel 23 cm Invloed van ontregeling bij verschillende afstanden tussen poolschijf en perceel.

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1950 | | pagina 114