114
2. zeven cirkels met oppervlakten van 5, 26, 46, 68, 88, 131 resp.
152 cm2 werden 25 maal geplanimetreerd bij een armlengte van
cm
46 De hieruit berekende middelbare fouten nio in de enkele
2
Fig. 23
meting zijn in de figuur 23 gekaarteerd tegenover de wortel uit de
oppervlakte.
Verder werden door een vierde waarnemer 5 cirkels met opper
vlakten van 5, 42, 78, 115 resp. 152 cm2 alle 25 maal geplanimetreerd
4
3
2
Waarnemer a
0
5
4
3
2
Waarnemer b
0
4
3
2
Waarnemer c
20 40 60 80 100 120
VÖ m m)
Middelbare fouten in de planimëtrering van verschillende oppervlakten
(armlengte 46