133
Ulicoten, dat deze in 1876 als persoonlijk schrijven richtte aan Koning
Willem III, eindigend met de woorden: „Sire, ontneem me alles,
ontneem me mijn geld, ontneem me mijn goederen, ontneem me mijn
leven, maar laat me mijn vaderland."
Een zeer ernstige poging werd in 1892 ondernomen, waarbij België
af zou staan 1355,3065 ha tegen Nederland 1355,0592 ha. Dit ont
werp werd op 7 Juni 1893 in de secties der 'kamers (Belgische) be
handeld en het werd algemeen beschouwd als onwaardig tegenover hen
die in 1830 hun leven hadden gegeven voor hun vaderland. Met slechts
1 stem voor en 2 onthoudingen ging het ontwerp terug om op 26 Mei
1804 opnieuw te worden aangeboden. Ten slotte werden deze wets
ontwerpen op 17 December 1897 ingetrokken, na drie ministeries te
hebben meegemaakt.
Een twistpunt wordt gevormd door de nationaliteit van de „onge
nummerde" wegen. Deze wegen komen niet voor bij de perceels
gewijze aanduiding van het proces-verbaal van 1836 en lijken mij te
behoren tot Nederland, voor zover niet gelegen binnen een enclave. In
de jaren 1909-1911 is de grenskwestie opnieuw ter sprake gekomen
tussen de beide regeringen; men wilde geen annexatie maar een
eerlijke verdeling, waarbij de grens dwars door de dorpskern moest
lopen. De moeilijkheid was wel de verbinding met het moederland,
waarvan de Belgische helft ver verwijderd was. Hieruit kan een
conclusie worden getrokken omtrent de nationaliteit van deze wegen.
'In 1919 kwam Baarle-Nassau, Baarle-Hertog voor op de agenda
van de Conferentie te Parijs.
In 1935, bij behandeling van onze rijksbegroting, vroeg op 14 Fe
bruari het ie Kamerlid Heerkens Thijssen overleg-te plegen ten einde
te overwegen, in hoeverre het wenselijk zou zijn, de pogingen tot tot
standkoming van een bevredigende regeling te hervatten. Dit was naar
aanleiding van het feit, dat de enclaves een 'broeiplaats vormden voor
de smokkelhandel. Op 15 Februari 1935 werd door de toenmalige
Minister de Graeff voortvarendheid toegezegd.
Dit bleef voor onze Zuiderburen niet onopgemerktin de Belgische
kamer, hiernaar gevraagd, verklaarde de Belgische Minister van Bui
tenlandse Zaken Paul Hijmans, geen voorstel te hebben ontvangen en
„als het was gedaan, zou de Regering van den Koning er niet aan
kunnen denken, het in overweging te nemen."
Gedurende de eerste wereldoorlog was in Baarle-Hertog een radio-
post gevestigd, die tijdens de vijandelijkheden van veel nut is geweest
voor de geallieerden.
Aan het einde van dit historisch overzicht van de ontwikkelings
gang, die heeft geleid tot de huidige toestand, wil ik een enkel woord
wijden aan de folklore: de gloeiende scheper (brandende schaap
herder) op de Reut bij Klokven, veroorzaakt door de late zonnebrand
over de heide. Aan de dorpsgrenzen verschenen in vroeger tijden de
ruinmannen, door de bevolking aangezien voor grenssteenverzetters
of voor landmeters, die niet goed hadden gemetenAanleiding tot