138 Verschillende methoden zijn bedacht om aan de kruimelsmokkelarij paal en perk te stellen. De bevoorrading van de Belgische zaken met Belgische goederen geschiedt via de Nederlandse aanvoerwegen met een transitopas. Op 20 Augustus 1948 werden bij de Nederlandse winkeliers alle voorradige Belgische goederen in beslag genomen op bevel van het economisch parket te Breda. Dat hierbij lang niet alle goederen werden achterhaald ligt voor de hand, als men bedenkt, dat de enclaves nogal verward door elkaar lopen, waardoor de voorraad van een Nederlandse winkelier in zijn pakhuis was opgeborgen, dat nu toevallig op Belgisch gebied stondWie na die datum werd aan gehouden en in het bezit bleek van Belgische goederen, moest deze wel in België hebben gekocht en had zich dus schuldig gemaakt aan frauduleuze invoer en deviezenovertreding. Deze zaak heeft te veel kanten om met een enkele pennestreek te worden opgelost en naar het oordeel van de Burgemeester zou het voor de onderlinge ver houding en gezonde concurrentie in Baarle-Nassau en Baarle-Hertog reeds een uitkomst zijn, als de zogenaamde tolgrens werd verplaatst naar de gemeenten Alphen en Chaam, de inwoners van beide Baarles op deze wijze vrijlatend, hun inkopen in dit gebied naar eigen keus te doen, een oplossing, die na het verdwijnen van de distributie op het oog wel veel aantrekkelijks heeft. Ik wil dit overzicht niet beëindigen zonder een ogenblik stil te staan bij de werkwijze van de Belgische kadasterlandmeter. Hier springt al dadelijk het verschil met de Nederlandse landmeter in het oog, die uitsluitend staatsambtenaar is, terwijl de Belgische landmeter van het kadaster deels in staatsdienst is, maar voor een ander ge deelte uitsluitend werkt voor het publiek, hierdoor wordt betaald en als zodanig is beëdigd. Bij overdracht van onroerende goederen waarbij gedeeltelijke per celen zijn betrokken, worden deze percelen vóór de overdracht op verzoek van partijen gemeten, gesplitst en berekend, in kaart ge bracht op gezegeld papier, welke kaart ten slotte aan de akte van over dracht wordt gehecht, om aldus gezamenlijk te worden geregistreerd. Dit kan echter oo'k door .een niet-kadaster-landmeter worden uitge voerd. Per Provincie bevindt zich een Directie van het Kadaster (be waring), waar deze akten terecht komen en jaarlijks naar de betrok ken plaatselijke landmeter worden gezonden ter verificatie en bij werking op de aan deze kadaster-landmeter ter beschikking gestelde kadastrale kaarten. Betreft het een meting die is verricht door een niet-kadastèr-landmeter, dan begeeft de Staatslandmeter zich naar het terrein en overtuigt zich van de juistheid der vermelde gegevens (c.q. meting) en werkt deze daarna bij op zijn eigen kaarten. Is de meting reeds door hemzelf geschied, dan volgt eenvoudig bijwerking op zijn kaarten. Voorts ontvangt hij van de gemeentebesturen in zijn rayon jaarlijkse opgaven van veranderingen aan gebouwde eigendommen, ten einde hierdoor veranderingen in de terreinstoestand te kunnen achterhalen en na inmeting in zijn kaarten te kunnen verwerken. In

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1950 | | pagina 140