Nederlandse Landmeetkundige Federatie 139 de regel wordt bij zijn werkzaamheden geen gebruik gemaakt van een meetkundige grondslag. Een speciale staatsdienst is er op gericht her- metingswerkzaamheden in bepaalde gebieden op zich te nemen, waar voor de hierbij werkzame landmeters zijn gespecialiseerd. Een verschil met de methode in Nederland om bij vernummering per sectie door te nummeren is hierin gelegen, dat de Belgische land meter vasthoudt aan het moederperceel, het oorspronkelijke nummer. Dit krijgt bij splitsing letterexponenten en cijferindiceshet perceel 72 wordt na splitsing 72a, 72b, enz. t/m 72Z. Wordt nu 72b weer ge splitst en de letters van het alphabet zijn verbruikt dan volgt 72a 2, 72b 2, enz. In gemeenten met veel mutaties is men aldus genaderd tot 72a 300. Bezien in het systeem van onze verwijzing, lijkt dit nogal onoverzichtelijk; bij ons een strak getal, in België een getal met een letterexponent, waaronder weer een cijfer hangt. Bovenstaande inlichtingen werden mij door enige Belgische col lega's verstrekt ter gelegenheid van gemeenschappelijke arbeid in zake te regelen grenskwesties. Resumerende is er voor Baarle-Nassau, Baarle-Hertog van kadas traal standpunt bezien slechts één oplossing, een afbakening van Alphen c.a. tot Chaam zonder enclaves; waartoe mogelijk te zijner tijd de Benelux de stoot zal geven. Echter zal het verschil tussen Belgen en Nederlanders nog wel een belangrijk woord meespreken, alv\orens in gemeenschappelijk overleg deze bevredigende oplossing tot stand zal zijn gekomen. En de geschiedenis gaat voort Breda, Januari 195a Verslag van de toestand en de verrichtingen van de Federatie Het Hoofdbestuur vergaderde in het afgelopen verslagjaar zes maal. Eén vergadering werd gewijd aan de bespreking van de wijze waarop de kaart 110000 van ons land zo spoedig mogelijk kan worden ver vaardigd. Op deze bijeenkomst waren ook aanwezig de Heren C. A. J. von Frijtag Drabbe, Prof. R. Roelofs, Prof. Dr. Ir. W. Schermer- horn, W. F. Stoorvogel en Ir. A. J. van der Weele. Een commissie, bestaande uit de Heren Von Frijtag Drabbe, Prof. Schermerhorn en Prof. Kruidhof, belastte zich met de voorbereidende werkzaamheden. Zij voerde besprekingen met de hoofden van de Cultuurtechnische Dienst, het Instituut voor Bodemkaartering en de Rijksdienst van het Nationale Plan, die vragenlijsten ontvingen. De vragen hadden betrek king op de huidige wijze van samenstelling der overzichtskaarten op schaal 1 10000, kosten, vervaardiging, wensen t.a.v. van de inhoud en uitvoering van de nieuwe kaart. Een rapport behelzende voorstellen aan de regering is in voorbereiding. De examencommissie nam voor de zesde maal het examen voor landmeettechnicus af. Achttien van de vier en dertig candidaten slaag den. Drie candidaten gaven zich op voor het examen voor landmeet-

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1950 | | pagina 141