A-° 147 ronde instellingen a\ en a' 2 van de omlooparm en berekent men de daarmede corresponderende waarden At en A2 van de vermenigvuldig- constante met de volgende uit (5) afgeleide formules: A en 4 A1 - en At-jj dan kan door lineaire interpolatie de instelling a'0 van de omlooparm worden berekend die overeenkomt met de gewenste waarde Ac, van de vermenigvuldigconstante a°-~ A^A(7) Dat lineaire interpolatie kan worden toegepast is te danken aan het feit, dat volgens (6) de betrekking tussen A en o' lineair is. III. Instelling van de vermenigvuldigconstante door achtereenvol gende bepaling van x en a'0. Men kan de indexfout eens en voor altijd vaststellen door planimetrering van één of twee proeffiguren met twee verschillende instellingen a', en a'2 van de omlooparm. Uit twee for mules (6) met indices I resp. 2 volgt: A1 A 2(8) of na substitutie van Ac en A2 volgens (5) Gebruikt men voor beide proefplanimetreringen dezelfde figuur dan is Öc Öo, dus Uca\ U^'2 Uc U2 Uit deze formule blijkt, dat in dit geval de oppervlakte van de proef figuur niet bekend behoeft te zijn. Is x aldus vastgesteld (en genoteerd) dan kan in het vervolg de in stelling van de omlooparm a'0 overeenkomende met een gewenste waarde A0 worden gevonden door één proeffiguur te planimetreren met één willekeurige instelling a' van de omlooparm. Uit deze proef- planimetrering berekent men U' waarna men a'0 berekent met de volgende formule, die is afgeleid uit twee formules (6) a'0 (a' x) 3. Vervorming van de kaart. Onder de invloed van voornamelijk vochtigheidsveranderingen kan het materiaal waarop de te planimetreren figuren zijn getekend, min of meer gelijkmatig inkrimpen of uitzetten, dus algemener gezegd: vervormen. Gemakkelijk kan worden aangetoond, dat voorzover deze C^o ^2) a 1 (-^0 ^1) a\ ^ia 2 A2a'1 ÖiU2a 2 Ö2U\(i 1 O^ ÖtUc (9)

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1950 | | pagina 149