154 p is de coefficient in de formule mu= pV U,waarvoor in hetzelfde artikel is afgeleid: p 0,031. De grootheid q tenslotte is, zoals reeds in 1 is opgemerkt, voor de planimeter Coradi ongeveer 0,0066 mm. Door invulling van deze getalwaarden wordt de formule (22) tos 2 J565Q 3i7«o M a\ nö De nu verkregen uitkomst wordt gesubstitueerd in de formule (14), nadat daarin de notatie a is vervangen door a0 en voor p en q de boven reeds genoemde numerieke waarden zijn ingevuld. Het resul taat is: io«W0 /£5650 3iZ«o\ 02 63405 Q a20 n 0 n K (methode II) De eerste term is bij een bepaalde, gekozen armlengte a0 het grootst wanneer O zo groot mogelijk is. Voor het geval, dat als proeffiguur een vierkant of rechthoek gevormd door ruitlijnen wordt gebruikt, zijn de grootst mogelijke waarden van bij bepaalde armlengten gegeven in 5- De in te stellen armlengte is gewoonlijk door andere dan fouten- theoretische overwegingen bepaald, nl. door de wens een in verband met de schaal van de kaart ronde waarde van de vermenigvuldigcon- stante te kunnen toepassen. Wil men (ook) foutentheoretische overwegingen laten gelden dan kan a0 als (beperkt-) variabele worden beschouwd. Een onderzoek leert, dat die waarden van a0, die voor 0=1X1,1X2 resp. 1X3 dm2 het tweede lid van (23) theoretisch tot een minimum maken, niet reali seerbaar zijn en dat mo de kleinste waarde bereikt als a0 voor een bepaalde waarde van zo klein mogelijk is. Op grond van een redenering soortgelijk aan die gehouden in 5 komt men ook hier tot de conclusie, dat in sommige gevallen enige nauwkeurigheidswinst kan worden verkregen door toepassing van een grotere armlengte, waarmede een grotere proeffiguur kan worden ge meten. De maximale winst aan nauwkeurigheid blijkt uit de onderstaande tabel van middelbare fouten mo (in mm2) 0 (cm2) «=150 mm a=230 mm IXI (5=1X2 IX2 (5=1X3 50 1,8 1,7 2,0 2,0 100 2,8 2,6 3,i 3,o 150 3,7 3,4 4,o 3,8 200 4,7 4,i 4,8 4,5 250 5,6 4,9 5,6 5,3 300 6,5 5,6 6,4 6,0

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1950 | | pagina 156