159
ï.vi+'W
,Aj
Hieruit blijkt, dat ook de factor [3] kleiner, dus gunstiger is bij
interpolatie dan bij extrapolatie. Ten aanzien van de keuze van ax en
a2 komt men dus tot hetzelfde voorschrift als in 6. Volgt men dit,
dan is ongeveer
I1] [3] y.2-
Dan wordt (29) als men een term p.2a'0 (kwadraat van de middelbare
fout in de instelling van de berekende armlengte) toevoegt en beide
leden deelt door a20
of wanneer hierin voor y.a'0, \ia' en q de meergenoemde numerische
waarden en verder n 2, p' 0,65 en 0 - 11300 mm* (oppervlakte
van de proefschijf) worden ingevuld:
360,0-.», (3I)
Ter verkrijging van een formule voor m2o moet deze uitdrukking
worden gesubstitueerd in (14) of (15).
Eerstgenoemde formule geldt, wanneer de invloed van vervorming
van de kaart automatisch wordt geëlimineerd (hetgeen hier niet het ge
val is) of wanneer vast staat, dat de kaart bij vochtigheidsvariaties geen
vervorming vertoont. Met het oog op de invloed van temperatuursver
anderingen op de p'lanimeter (zie Jg. 1950 p. 120), moet dan bovendien
nog voldaan worden aan de voorwaarde, dat de planimetrering wordt
uitgevoerd bij een temperatuur die ongeveer gelijk is aan die waarbij
de arminstellingen zijn bepaald.
Wanneer aan deze twee voorwaarden is voldaan (hetgeen in de
practijk maar zelden voorkomt) krijgt men door substitutie van (31)
in (14)
I0*m2(, 360.10 - sa2o) 02 3I7 Uoo (32)
U Q
(methode IV)
Een onderzoek toont aan, dat die waarden van a0, die het tweede
lid tot een minimum maken, óf niet gerealiseerd kunnen worden óf
zo weinig van de kleinst mogelijke armlengte verschillen, dat men deze
laatste gevoeglijk steeds kan gebruiken.
Is aan de eerste van de bovengenoemde voorwaarden niet voldaan
(maar wel aan de tweede!) zodat de invloed van de vervorming van de
kaart dus door speciale metingen (zie 3) moet worden bepaald, dan
moet (31) in (15) worden gesubstitueerd of wat op hetzelfde neer
komt er moet een term 12,5 O2 aan het tweede lid van (32) worden
toegevoegd
10«m»0 (^>50 3Óo IQ _8fl2o i2(5) 02 a^Q
U Q
(methode V)
De toegevoegde term, die de onnauwkeurigheid aangeeft van de be
paling van de kaartvervorming door uitpassing, is relatief groot. Dit