G. J. BRUINS, Berekening van geografische coördinaten van de primaire punten van het Nederlandse Rijks- driehoeksnet op de ellipsoïde van Hayford 163 clusies. In het algemeen verdienen de relatieve methoden de voorkeur boven de absolute. Van deze relatieve methoden is III te prefereren. Stelt men geen prijs op een ronde waarde van de vermenigvuldigcon- stante en wil men een iets geringere nauwkeurigheid toelaten, dan kan de methode I worden toegepast. Landmeter van het kadaster, Delft i Inleiding. De berekening van de geografische coördinaten van de hoofd- en tussenpunten van het Rijksdriehoeksnet is indertijd geschied op de ellipsoïde van Bessel, uitgaande van de breedte van Amersfoort (<po 52° 9' 22,J7^") en van het azimuth Amersfoort-Utrecht a 248° 35' 19,891"). De resultaten van deze berekening vinden we in de publicatie van de Rijkscommissie voor Graadmeting en Waterpas sing: „Staten van Waarnemingen en Uitkomsten". In 1924 werd de ellipsoïde van Hayford als internationale ellipsoïde geaccepteerd. Men heeft toen de geografische coördinaten van de pri maire punten langs onze Oost- en Zuidgrens opnieuw berekend op deze internationale ellipsoïde om ze met de Duitse en Belgische geo grafische coördinaten te vergelijken. Deze berekening geschiedde aldus: In de publicatie van de Rijkscommissie „Formules en Tafels" zijn de volgende formules te vinden voor de berekening van breedte- lengte en azimuthsverschillen tussen twee opeenvolgende primaire punten <p2 «Pi [1] s2 [2] s!2 [3] s22 [4] Sj2 s2 1 A2 Ai [5] sec <PiH [6] sxs2 [7] s1s22 [8] Sj3 i (1) (a2—«i 1800) [5] tg cpiSj [9] SjS2 [10] s1s22 [11] Si3) waarin .s^ sin a en s2 -- .y cos a; j is de lengte en a het azimuth van de geodetische lijn tussen beide punten. De coëfficiënten [1] [11] zijn in bovengenoemde tafels gefabu leerd met de breedte <p als argument voor de ellipsoïde van Bessel. Gaan we nu over op de ellipsoïde van Hayford, dan veranderen deze coëf ficiënten, omdat ze afhankelijk zijn van de waarden van grote as en afplatting. Men moest dus nieuwe waarden voor deze coëfficiënten berekenen. Dit geschiedde door aan de coëfficiënten van Bessel cor recties toe te kennen, die uiteraard gering zijn. Vervolgens berekende men, met behulp van deze gecorrigeerde coëfficiënten de geografische coördinaten van de punten langs onze Oost- en Zuidgrens, uitgaande van de breedte van Amersfoort op de ellipsoïde van Hayford (<I>0 520 9' 22,345") en van het azimuth Amersfoort-Utrecht op deze ellipsoïde A 248° 35' 20,257").

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1950 | | pagina 165