FOTOGRAMMETRIE EN KARTOGRAFIE
J. VISSER,
Fotogrammetrische expertise van een 17de eeuws
schilderij
Landmeter van de Meetkundige Dienst van de Rijkswaterstaat, Delft:
In een der zalen van het stedelijk museum te Stockholm hangt een
fraai panorama-schilderij, voorstellende een gezicht op deze stad aan
het einde der zeventiende eeuw. Dit doek werd geschilderd door de in
die tijd in Zweden verblijvende Hollandse schilder Vermeulen, een
leerling van Samuel van Hoogstraten, die op zijn beurt weer een leer
ling van Rembrandt was. Behalve door de artistieke eigenschappen valt
het schilderij op doordat het op het oog gezien een zeer goede
centrale projectie is, d.w.z. nagenoeg een afbeelding van het landschap
geeft zoals een fotografie dit zou doen. Dit was voor Prof. Dr. Bertil
Hallert, hoogleraar in de fotogrammetrie te Stockholm, aanleiding het
schilderij nader op deze kwaliteit te onderzoeken. (B. Hallert: Bestam-
ning av vissa inre och yttre orienteringselement hos ett förmodat cen-
tralperspe'ktiv med tillampning pa en panorama-malning över Stock
holm Tekniska Skrifter, Utgivna av Svenska Teknologföreningen,
nr. 121.)
Het volgende is een verslag van het onderzoek van Prof. H., waaruit
hij met aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid kon concluderen,
dat Vermeulen inderdaad een camera heeft gebruikt en wel de toen juist
bekende camera obscura. Met behulp van een drietal gecombineerde
„opnamen" met deze camera heeft zoals Prof. H. duidelijk maakt
de kunstenaar zijn schilderij van een, nu meetkundig zeer zuivere,
indeling voorzien. Daar het doek het panorama onder een gezichtshoek
van 200 gr uitbeeldt, kon de schilder, wegens de waarschijnlijk te kleine
openingshoek van zijn camera ook niet met één opname volstaan. Prof.
H. heeft de brandpuntsafstand van de camera en, van de middelste
opname, het nadirpunt in het schilderij (d.i. het snijpunt van de op
tische as van de camera met het doek) kunnen bepalen, alsmede de
coördinaten van de standplaats van de kunstenaar.
Ter beschikking stonden de volgende gegevens: in het schilderij
waren over de horizon verspreid, een negental te identificeren
torens afgebeeld, waarvan een zevental in vrijwel ongewijzigde staat
tot op heden zijn behouden. Van de andere twee torens was de plaats
waar zij stonden, voldoend nauwkeurig bekend. In het schilderij waren
de afstanden langs de horizon tussen de afgebeelde kerktorens op
gemeten.
Het onderzoek van Prof. H. verliep nu als volgtmet behulp van
deze gegevens kon allereerst grafisch, op een topografische kaart van
de schaal 1 10.000 de stralenwaaier naar de bewuste toren gerecon-