186 Door dit systeem werd bereikt, dat de bijhoudingsdienst ten volle dienstbaar werd gemaakt voor de kadastrering, terwijl overigens niet star werd vastgehouden aan de door coördinaatlijnen bepaalde blad- grenzen. Het nadeel, dat een groot perceel op meer dan één blad kan vallen en dus bestaat uit meer dan één kadastraal nummer is zeer klein. De inrichting van de administratie zal in principe op alle eilanden gelijk zijn. Of de legger in kaartvorm voordelen biedt, is een kwestie van doelmatigheid, niet van principe, die wellicht ook hier aan de orde komt, als de kadastrering van Aruba daadwerkelijk begint in dit jaar. De indeling van dit eiland in afdelingen, in verband met de staatkun dige indeling van dit onderdeel van het werkgebied van de kadastrale dienst, zal dan eveneens onder ogen worden gezien, evenals de keuze van de schalen enz. Wordt vervolgd) E. PRINSEN, Kadastraal scheidsgerecht Tweede zaak Bij de beoordeling van deze zaak moet men uitgaan van het feit, dat de landmeter op goede gronden en na rijp overleg geweigerd heeft redres in te voeren. Bij de verdere uitwerking blijkt hem dat de grootte van het gedeelte dat A van zijn perceel verkocht heeft aan B, 500 ca bedraagt, terwijl volgens de akte ongeveer 1000 ca wordt overgedragen en betaald wordt. In aanmerking nemende, dat dus in werkelijkheid de helft van de in de akte genoemde grootte wordt overgedragen, kan m.i. niet gezegd worden, dat de oppervlakte van het verkochte „bij benadering" in de akte is opgegeven. Art. 88 3 sub a I.K. acht ik dan ook hierop niet van toepassing. Zou dit laatste bij een dergelijk groot verschil tussen de in de a'kte genoemde grootte en de werkelijke, wel het geval zijn, dan zie ik niet alleen geen nut maar ook een groot gevaar in het noemen van een be naderde grootte. De schuldeiser van B heeft gedacht dat hij hypotheek verkreeg op een stuk grond van ongeveer 1000 ca. Na de uitmeting blijkt dit 500 ca te zijn. Is zijn eerste hypotheek dan inderdaad wel voor 100% gedekt, of blijkt hem nu dat hij door die benaderde grootte misleid is? Een hypotheekbewaarder (oud-landmeter) heeft eens verklaard, dat al zou de landmeter bij een dergelijk groot verschil in grootten geen consortstelling toepassen en geen rectificatie vragen, hij (de hypotheek bewaarder) dit laatste toch zou doen, ter waarschuwing van de schuld eiser. Trouwens ook om andere redenen moet men er voor waken, dat in de akten genoemde benaderde grootten niet te veel van de werkelijke afwijken. Stel het geval dat Jansen aan Pietersen volgens de akte Landmeter van het Kadaster, Leeuwarden

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1950 | | pagina 190