189
Broederschap der Notarissen in Nederland:
F. M. van Hasselt, notaris te 's-Gravenhage
Mr. C. J. de Lange, notaris te Alkmaar;
E. J. Libourel, cand.-not., algemene secretaris van de Broederschap,
te Amsterdam (secretaris der commissie).
Broederschap der 'Candidaat-Notarissen
G. H. Smits, cand.-notaris en privaatdocent, Groningen
Mr. I. van de Velde, cand.-notaris, Zeist.
Vakgroep Hypotheekbanken:
Mr. P. R. Hoorweg, directeur van de N.V. Utrechtse Hypotheekbank
en de N.V. Dordrechtse Hypotheekbank te Utrecht
Mr. A. S. van Nierop, directeur van de Hypotheekbank voor Neder
land N.V. te Amsterdam;
Mr. A. F. van Manen, secretaris van de Vakgroep Hypotheekbanken
te 's-Gravenhage (voorzitter der commissie).
Vereniging van Hypotheekbewaarders:
Mr. K. J. Bes, bewaarder van de Hypotheken en het Kadaster te Am
sterdam
G. W. Stoové, bewaarder van de Hypotheken en het Kadaster te
Almelo.
Vereniging voor Kadaster en Landmeetkunde
A. A. H. Heezemans, ingenieur-verificateur van het Kadaster te
Groningen
Ir. J. F. Ilsen, landmeter, ie klasse, van het kadaster, hoofd van het
bureau Ruilverkaveling te Utrecht;
W. van Riessen, bewaarder van de Hypotheken en het Kadaster te
's-Gravenhage, Ministerie van Financiën.
De commissie kwam op 11 October 1949 voor de eerste maal te
Utrecht bijeen. In deze bijeenkomst werd besloten delegatiesgewijs
voorstellen betreffende de A.M.v.B. in te dienen bij de secretaris,
doch de leden zullen hiertoe eerst overgaan na verstrekking van rui
mere gegevens omtrent de wijziging van het B.W.
Op ons schrijven, in Maart 1949 aan de Minister van Financiën
gericht, houdende het verzoek maatregelen te willen treffen om te ge
raken tot deugdelijke en zoveel mogelijk uniforme afpaling der rechts
grenzen, mocht het Bestuur nog geen antwoord ontvangen.
Het Bestuur nam kennis van het voorlopig rapport inzake de
registratie van het agrarisch grondgebruik, uitgebracht door de Com
missie ingesteld bij beschikking van de Minister van Landbouw, Visse
rij en Voedselvoorziening van 30 September 1947, nr. 1047, voor
zitter Dr. Ir. M. J. Boerendonk. Daar dit rapport de volle belang
stelling verdient van kadastrale zijde en er belangrijke consequenties
aan vastzitten, heeft het Bestuur zich gewend tot de Directeur-Gene
raal van de Landbouw.
Gevolggevend aan het besluit van de Algemene Vergadering van
October 1949 heeft het Bestuur tot het Bestuur van de Internationale
Landmeters Federatie het verzoek gericht het I.L.F. lidmaatschap van