LANDMEETKUNDE Dr. J. VELDKAMP, Een nieuwe magnetische kaart van Nederland Het magnetische aardveld van Nederland werd voor het eerst gron dig bestudeerd door Dr. E. van Ryckevorsel, die tussen de jaren 1889 en 1892 op ruim 300 plaatsen in ons land metingen verrichtte. Het resultaat daarvan heeft hij neergelegd in een lijvig boekwerkA magnetic survey of the Netherlands, for the Epoch January 1, 1891, uitgegeven in de Nieuwe Verhandelingen van het Bataafsch Genoot schap der Proefondervindelijke Wijsbegeerte te Rotterdam. Drie com ponenten van de aardmagnetische veldsterkte werden door hem bepaald de declinatie, de horizontale componente en de inclinatie. In figuur I is de isogonenkaart weergegeven. Alle metingen werden door Van Ryckevorsel zelf uitgevoerd, meestal reisde hij alleen, een enkele maal werd hij geholpen door een knecht. Het reizen van het ene meetpunt naar het andere gebeurde meest per trein, minder vaak per boot of rijtuig. Vooral het reizen per trein heeft de keuze van vele meetpunten sterk beïnvloed. Hij schrijft hierover: „I do not at all take much care in selecting my station. As soon as I arrive at a place where I wish to observe, I put down my instruments on the first spot which looks likely to be good, without making a severe hunt for iron, or taking many informa tions about gaspipes or rails. Even, as many railway-stations, especially of the state-railways, have a large tract of enclosed ground, I very often observed there. I thus had the advantage of finding, without loss of time, a convenient spot, where there were no troublesome intruders, but of course I often came dangerously near to rails or waggons. I was quite aware of this objection to my method. But it gave me the great advantage of gaining time. It will be seen that I regularly took two stations a day and in one or two cases even more than that." Dat hij daarbij in veel gevallen zeer dicht bij de spoorrails en andere grote ijzermassa's heeft gewerkt, blijkt duidelijk uit de uitvoerige beschrijvingen van de metingen, gekruid met allerlei huiselijke en persoonlijke opmerkingen, die de lectuur van het uitvoerige geschrift veraangenamen. Wij lezen opmerkingen als„during part of work had to suffer much from smoke of locomotive", „near a shed containing a lot of machinery", „20 m of corner of station". In het algemeen stelde Van Ryckevorsel zijn instrumenten graag dicht bij een gebouw op. Herhaaldelijk lezen wij als plaatsomschrijving „garden of inn", „garden of stationmaster", „garden of hotel", „in front of the only house near the station", „marketplace", „within the town", „near front of old lighttower", „near church, within enclosure". Wel zeer exclusief was de meting op het Nesserzand, een zandplaat Directeur van de 5de Afd. van het K.N.M.I. te De Bilt:

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1950 | | pagina 197