194
ten oosten van Texel„In the sea with water nearly up to the waist.
Geographical position kindly communicated to me by the commander
of the torpedoboat, which had been lent to me. For the sun's obser
vation, as I could not have the chronometer near me, the commander
had it in the boat and gave the time for each single reading".
Van de 328 metingen zijn er zo een 130-tal uitgevoerd op plaatsen
die uit aardmagnetisch oogpunt bepaald slecht genoemd moeten wor
den, terwijl er verder nog 50 minder gunstig zijn. Slechts 150 meet
punten kunnen, afgaande op de beschrijving, als goed gekwalificeerd
worden. Ongeveer de helft van de metingen is dus op in aardmagne
tisch opzicht gestoord terrein uitgevoerd, en geeft daarom een onjuist
beeld van de grootte en richting der veldsterkte.
Hoewel men respect moet hebben voor de energie en het doorzet
tingsvermogen van Van Ryckevorsel om een zo groot werk alleen (en
uit eigen middelen!) uit te voeren, heeft de onzorgvuldigheid in de
keuze der meetplaatsen het resultaat helaas ongunstig beïnvloed. Daar
komt nog iets bij. De nauwkeurigheid der metingen is stellig minder
groot dan door Van Ryckevorsel wordt opgegeven. Bij de declinatie
metingen wordt de nauwkeurigheid waarmee de magnetische meridiaan
werd bepaald, geschat op 3". Schrijver dezes, die met hetzelfde
instrument metingen uitvoerde, kon daarmee geen grotere precisie
halen dan 10". De nauwkeurigheid van de chronometer, die bepalend
is voor de precisie waarmee de geografische meridiaan wordt vast
gelegd, werd door Van Ryckevorsel geschat op 2 sec, hoewel de
controle van de chronometer slechts aan het begin en aan het einde
van een 14-daagse reis kon gebeuren. Onze ervaringen met gelijksoor
tige chronometers, die dagelijks met radio-tijdseinen werden verge
leken, zijn echter veel ongunstiger.
Het gevolg van dit alles is dat het aardmagneetveld volgens Van
Ryckevorsel een sterk gestoorde indruk maakt. De veranderingen van
meetpunt tot meetpunt zijn zeer onregelmatig, zodat de isomagnetische
lijnen in grillige kronkelingen over de kaarten lopen. Ook zijn sinds
1892 tengevolge van de seculaire variatie alle waarden sterk veranderd,
zodat een hermeting wenselijk was. Deze is uitgevoerd in de jaren
1942-1948 door het Kon. Ned. Meteorologisch Instituut te De Bilt.
Dat de oorlogsomstandigheden de werkzaamheden in allerlei opzicht
belemmerden, is duidelijk. Aan de andere kant kon een aantal weten
schappelijke medewerkers van het K.N.M.I., die hun normale functie
niet konden uitvoeren, aan de metingen deelnemen.
De metingen werden uitgevoerd op 378 stations met onderlinge
afstanden van 10 tot 15 km, en op elk station werden de declinatie D,
de .horizontale componente H en de verticale componente Z bepaald.
De totale duur van een volledige meting bedroeg 2 tot 3 uren, zodat
onder gunstige omstandigheden per dag 3 stations werden bewerkt.
Grote zorg werd besteed aan het vermijden van kunstmatige sto
ringen, en de instrumenten werden dan ook bij voorkeur opgesteld
in weilanden, bouwland of zandgrond, met in achtneming van minimum
afstanden tot ijzeren of ijzer bevattende voorwerpen (zoals instru-
mentenkisten, auto's, prikkeldraad, ijzeren hekken, spoorrails, gebou-