P. H. M. PLASMAN,
Een richting- en afstandskaart
196
het aardmagnetisch station te Witteveen (Dr.). Daarbij wordt ver
ondersteld, dat de magnetische componenten in geheel Nederland op
dezelfde tijd en met hetzelfde bedrag variëren als te Witteveen. Voor
zover de variaties te danken zijn aan electrische stroomsystemen op
grote afstand, is deze onderstelling zeker geoorloofd. Alleen bij sterke
storingen, als de poollichtgordel naar lagere breedten afdaalt, gaat
dit niet meer op, maar tijdens sterke storingen werd toch niet gemeten.
Het resultaat van de metingen, voorzover het de declinatie betreft,
is neergelegd in figuur 2. De kaart is gereduceerd op i Januari 1950
(juister: het gemiddelde van de declinatie in 1949 en 1950). Wil men
de declinatie op een ander tijdstip weten, dan dient men rekening te
houden met de seculaire variatie, waardoor de declinatie per jaar ge
middeld 9' afneemt, en met toevallige tijdelijke afwijkingen, die echter
meestal niet meer dan enkele tientallen boogminuten bedragen. Een
aantal metingen werd uitgevoerd in ondiepe gedeelten van de Wadden
zee. Over de Noordzee zijn de isogonen getrokken overeenkomstig het
algemene verloop in N.W. Europa; hier werden geen metingen
verricht.
Vergeleken met de kaart van Van Ryckevorsel is de nieuwe D-kaart
regelmatiger. Veel groter is het verschil tussen de oude en de nieuwe
H- en Z-kaarten, terwijl de kaart van de aardmagnetische anomalieën
de grootste veranderingen heeft ondergaan 2). Het verloop van de iso
gonen wijst op storingen in de zuidelijke helft van ons land, samen
hangend met de structuur van de geologische ondergrond. Ook in het
gebied van de Dollard en in de Waddenzee zijn storingen gevonden
de oorzaak hiervan is nog geheel onbekend.
Oud-Hoofd van het Kadaster in Indonesië, Breda
De opmerking van collega D. de Groot op blz. 10 van deze jaargang
van dit tijdschrift wat betreft de sterke vertekening van gebieden in
de buurt van de tegenvoeters, is juist. Oorspronkelijk werd overwogen
de kaart op de door de heer De Groot geschetste wijze samen te stellen.
Bij de opdracht ben ik echter van het m.i. gezonde principe uitgegaan,
dat de wijze van uitvoering van een kaart zich in de eerste plaats moet
aanpassen aan het doel waarvoor zij gemaakt wordt. Dit doel was
zeer bijzonderHet toenmalige hoofd der P.T.T. in Indonesië had
zorgen, omdat de radiouitzendingen naar bepaalde streken ter plaatse
niet, althans onduidelijk werden ontvangen. Het bleek mij, dat de
richtingen van die uitzendingen uitgepast waren van een (schrik niet)
Mercatorprojectie. Met de gebruikelijke lichte verbazing hoorde men,
2) J. Veldkamp, A new magnetic survey of the Netherlands, Terr. Mag. and
Atm. Elec. 53, 387, 1948.