RECHT EN ADMINISTRATIE 199 W. A. VAN DER WERFF, Ruilverkaveling (Lezing gehouden op het ioe Congres der N.L.F. .te Arnhem, op 7 Juni 1950.) In de eerste plaats ben ik verplicht U iets nader in te lichten over hetgeen ik U hier hoop te vertellen. De aankondiging op het program ma moest wel zeer algemeen zijn. Ik wil U een overzicht geven, ie van hetgeen aan de Ruilverkavelingswet 1924 voorafging, 2e over de ont wikkeling van de ruilverkaveling in de afgelopen 25 jaren, en ten 3e zal ik me er aan wagen enige verwachtingen voor de toekomst uit te spreken. Zoals U bekend is werd reeds lang voor 1924 in ons land over ruilverkaveling gesproken. In 1838 werd reeds in de Drentse Volks almanak een wettelijke regeling bepleit om een betere indeling van gronden in het bijzonder van de essen te verkrijgen, maar voegt de schrijver er direct aan toe „Nuttige en heilaanbrengende veranderingen moeten echter dikwijls voor vooroordelen wijken, en nog in de tegenwoordige tijd zal het niet aan landbouwers ontbreken, welke een nieuwe verdeling zouden tegen werken". Hoe is het te verklaren dat nog zo lang een slechte verkaveling is geaccepteerd en een ruilverkavelingswet is uitgebleven? Goede verka velingen kwamen toch in ons land in groot aantal reeds eeuwen voor. Ik noem maar als voorbeeld de verkavelingen in de droogmakerijen, b.v. de Beemster, die tussen 1608 en 1612 werd drooggemaakt. De onbekendheid van de boeren uit de slecht verkavelde gebieden met de streken met een goede perceelsindeling zal hieraan niet vreemd zijn geweest. Er was weinig contact tussen de verschillende delen van ons land, vooral tussen het Oosten en het Westen. J. M. G. van der Poel zegt hierover in zijn proefschrift „Heren en Boeren" „Men moet de geschiedenis van de landbouw in ieder gewest eigen lijk kennen. Want in iedere provincie, ja dikwijls zelfs in iedere land streek, heeft de boer eeuwenlang zijn eigen, van vader op zoon over geleverde cultuurmethoden gevolgd, welke onderling grote verschillen te zien geven. Deze verschillen zijn deels verklaarbaar door het feit dat ons land gedurende enige eeuwen een statenbond was, waarvan de onderdelen administratief en economisch een grote zelfstandigheid be zaten deels door gebrek aan goede verkeerswegen, door de gebrekkige vervoersmiddelen en deels door het oudtijds vooral grote conservatisme van de plattelandsbevolking. Door de aard van zijn bedrijf is de boer Landmeter van het kadaster, Middelburg

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1950 | | pagina 205