205
schatting van de gronden, een goede lijst van rechthebbenden, een prac-
tische nieuwe indeling. Het algemeen belang treedt weer meer op de
voorgrond in een doelmatig wegenstelsel en in de verzorging van een
goed waterlopennet. De Wet van 1924 heeft de ruilverkaveling op gang
gebracht, ik mag zeggen heeft deze in de eerste versnelling doen lopen.
Ik wil U niet een groot aantal cijfers noemen maar U toch even een
denkbeeld geven van de omvang van het ruilverkavelingswerk in de
eerste en in de tweede helft van deze 25 jaren. De getallen zijn
globaal.
ie helft ca. 35 verkavelingen met ca. 10.000 ha.
2e helft ca. 70 verkavelingen met ca. 00.000 ha.
De langzame ontwikkeling van het ruilverkavelingswerk van 1924
tot 1938 is één van de aanleidingen geweest om de opleiding van de
landmeters, die in 1919 in afwachting van de ruilverkavelingen in
Wageningen was gevestigd, van Wageningen naar Delft over te
brengen, d.w.z. uit de sfeer van de landbouw naar de sfeer van de
techniek.
Door de ervaring geleerd heeft men in de Wet van 20 Mei 1938
nieuwe bepalingen voor de ruilverkaveling gegeven. Voor een aan
vrage van een ruilverkaveling is niet meer 1j4 maar slechts 115 van hen
die bij het Kadaster als eigenaar bekend staan als voorstander nodig
om tot ruilverkaveling over te gaan. Van veel meer belang is dat ook
verenigingen iri het belang van de landbouw werkzaam en Rijk, Pro
vincie, Gemeente en Waterschap tot aanvragen bevoegd zijn. Dit
komt er op neer dat die lichamen die de belangen van de landbouw
hebben te behartigen en daarbij in hun functie de omstandigheden die
•de bloei belemmeren leren kennen, tot een aanvrage bevoegd gemaakt
zijn. Het aanvragen van een ruilverkaveling is dus vereenvoudigd. Aan
de gehouden stemming zijn ook andere gevolgen verbonden. De Wet
1924 eiste voor uitvoering meer dan de helft van het aantal stemmen
vertegenwoordigende meer dan de helft van de oppervlakte. Volgens
de Wet van 1938 is slechts één van deze meerderheden nodig.
Daar ruilverkaveling het algemeen belang dient, is in 1938 de
mogelijkheid geopend ook zonder instemming van de meerderheid van
de belanghebbenden tot ruilverkaveling over te gaan. Is slechts
van de eigenaren, of zij die !/4 van de grond vertegenwoordigen, voor
ruilverkaveling, dan kan de Minister bepalen, dat de ruilverkaveling
toch zal worden uitgevoerd. Hiervoor is dan nodig dat het algemeen
belang de uitvoering van deze verkaveling dringend vordert. Wordt
een ruilverkaveling zeer dringend door het algemeen belang gevor
derd, dan kan hiertoe bij wet worden besloten.
Deze wijzigingen bij de Wet van 1938 zijn m.i. wel aanwijzingen,
dat in de loop van de tijd het belang van ons land bij ruilverkaveling
steeds groter is geworden, terwijl men aan het eigendomsrecht steeds
minder betekenis is gaan hechten wanneer dit eigendomsrecht een ont
wikkeling van de maatschappij in de weg staat.
De resultaten van ruilverkaveling zijn zichtbaar geworden. De over--
heid stimuleert dit werk, omdat het naast de inpolderingen in de