208 penningen dan voor de ligging van zijn grond. Verschillende gronden worden evenwel verpacht omdat ze voor de eigenaar die zelf een be drijf exploiteert te ongunstig gelegen zijn voor eigen gebruik. Wanneer ruilverkaveling hierin verbetering brengt, zal de eigenaar de pachter liever zien verdwijnen om de gelegenheid te hebben de gronden in eigen gebruik te nemen. Aan de andere kant zal de pachter vaak deze nieuwe percelen niet doelmatig kunnen gebruiken, omdat ze voor hem te ongunstig gelegen zijn. Zoals ik reeds zei was in het Ontwerp 1908 de bepaling opgenomen, dat wanneer de pachter het nieuwe perceel niet wenste, de pacht van rechtswege was ontbonden. In de ruilverkavelingswet 193& 's 'n I94I de bepaling gekomen, dat o.a. het recht van huur en van pacht kan worden geregeld of opgeheven onder regeling van de geldelijke gevolgen daarvan. Men heeft dit artikel in de lengte en in de breedte gerekt om toch maar de mogelijkheid te verkrijgen het passend te maken voor de belangen van de pachter. De Herverkavelingswet heeft de oplossing gebracht, die ik eenvoudig kan aangeven als volgtVer- pachte grond blijft pachtgrond, maar komt aan de pachter voor wie hij het meest gunstig gelegen is (art. 14). Dit is een zeer eenvoudige regel, die echter in zijn toepassing verschillende moeilijkheden zal op leveren. Aan de Herverkavelingscommissie is de aantrekkelijke taak gegeven in dezen ervaringen op te doen. De moeilijkheden zullen zich voordoen doordat de verhouding pachter-verpachter in de regel niet slechts een zakelijke verhouding is, maar ook een persoonlijke. Wanneer iemand in een verkaveling een perceel krijgt toegewezen, dan is dit te beoordelen naar productiewaarde en gunstiger ligging. Krijgt men een pachter of verpachter toegewezen, dan spreken bij de beoordeling heel andere factoren mede. De variatie in mensen is m.i. nog veel groter dan in gronden. Daar komt bij dat er voor een pachter een groot verschil bestaat of hij b.v. pacht van een gemeente, van een kerk, van een uitwonende eigenaar of van een boer. Voor de laatste kunnen steeds omstandigheden komen dat hij de grond zelf wil gaan gebruiken of aan kinderen in gebruik geven. De landheer kan ge dwongen worden het bedrijf te verkopen, wat bij kerken zich nog weer minder vaak zal voordoen. In welke omvang een verbreking van oude pachtverhoudingen en het vestigen van nieuwe op Walcheren nodig zal zijn, is nog niet te voorzien. In de Herverkavelingswet worden dus ook de pachtersbelangen ge diend, doordat het mogelijk is ook hun bedrijf samen te voegen, zij het dan met gronden van andere eigenaren. In hoge mate worden in de Herverkavelingswet de belangen van de kleine bedrijven gediend. Ik zeg uitdrukkelijk de kleine bedrijven en niet de kleine boeren. De Wet schrijft voor een sanering van de te kleine bedrijven. Door de Herverkavelingscommissie is dit reeds nader uitgewerkt. Zij die op Walcheren een zelfstandig landbouwbedrijf hebben (dus niet een nevenbedrijf) dat kleiner is dan ca. 10 ha zullen in de gelegenheid

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1950 | | pagina 214