214 De heer Henkei haalt een verklaring van Prof. Groenman aan, waar in deze verklaart dat vererving de splitsing van percelen niet in de hand zou werken. Bovendien zegt hij dat in 1883 de pachter niet be schermd behoefde te worden en thans wel. In de toekomst zal steeds minder grond worden ontgonnen bij ruilverkaveling en zal de admini stratieve verkaveling meer op de voorgrond treden. Spr. antwoordt dat ook de pachter werd beschermd in het ontwerp van 1908hij mag de pacht opzeggen! Bij gebieden die opnieuw moeten worden ver kaveld in de toekomst is de administratieve verkaveling (dus zonder aanleg van wegen en waterlopen) de oplossing. In enkele gevallen, bijv. bij gedraineerde gronden, zal dit misschien niet mogelijk zijn. De heer Glerum breekt een lans voor de natuurbescherming. Wie behartigen hiervoor de belangen? Vooral de wetenschappelijke kant en het rationele van de natuurbescherming dient in het oog te worden gehouden, anders kan de natuur zich wreken op de inbreuk der mensen. De spr. heeft meer het oog op de landschapsverzorgingdaarnaast moet de natuurbescherming wetenschappelijk verantwoord zijn. De land schapsdeskundigen vinden hierin hun taak. De heer Gorter heeft van Spr. gehoord dat de opbrengstvermeerde ring door ruilverkaveling 10 tot 15 zou bedragen. Volgens de heer Gorter is over deze cijfers weinig bekend. Een onderzoek naar het juiste bedrag is zeer moeilijk. Spr. antwoordt dat hij deze cijfers, die o.a. door Schepel worden vermeld, heeft genoemd om aan te geven dat ruilverkaveling vermeerdering van de opbrengst levert en dus ver want is aan landwinst. Prof. Tienstra wijst erop dat de verplaatsing van de landmeters opleiding van Wageningen naar Delft niet alleen het gevolg is van het uitblijven van een spoedige en grote ontwikkeling van de ruilver kaveling. Een overbrenging van de opleiding van de sfeer van de land bouw naar die van de techniek heeft ook haar voordelen; hij denkt hierbij aan de fotogrammetrie, die in Delft meer kans tot studie biedt. In Zwitserland heeft men een combinatie van T.H. en E.H.S. Het is te betreuren dat dit in ons land niet zo is. Spr. antwoordt dat ook hij heeft gesproken van het achterwege blijven van een grote vlucht der ruilverkaveling als é'ên van de oor zaken van de verplaatsing der opleiding. Tenslotte bedankt de voorzitter de heer Van der Werff voor zijn belangwekkende voordracht en de beantwoording der vragen.

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1950 | | pagina 220