217
verspreid liggende smalle akkertjes bebouwde. De graslanden lagen
dikwijls op grote afstand, en dienden hoofdzakelijk als hooilandde
boerderijen lagen dikwijls geconcentreerd om een of meer brinken als
één kernesdorp, of aan kleinere groepjes langs een of meer flanken
van de es.
Intussen heeft het heideveld plaats gemaakt voor ontginningen en
op de slechtere grond voor bebossingende afwezigheid van
wild heeft de wildgraaf op enkele resten na doen verdwijnen; de ver
schuiving van graan naar zuivel heeft ten gevolge gehad, dat het hooi
land weide is geworden, waar het vee op verblijft. Boeren van Uddel
rijden dus tweemaal per dag met de melkbus naar hun grasland bij
DoornspijkDe toestand, die aanvaardbaar was als een primitieve vorm
van landbouw-in-hoofdzaak voor eigen behoeften, is wanhopig ge
worden nu elk klein boerderijtje deel is uit gaan maken van de wereld
huishouding. De versnipperde en verspreide akkertjes van te smalle
maat moeten worden verenigd tot een zo gering mogelijk aantal
percelen van handzame afmetingen de graslanden, dikwijls ondoelmatig
in stroken verdeeld, moeten dichterbij worden gebracht, door ruil en
door ontsluiting met wegen.
Maar, vooral bij de kernesdorpen blijven de twee delen van het
gemengde bedrijf dan nog gescheiden door de afstand es plus voor
malige heide, waardoor het oude centrale dorp eigenlijk de minst
gunstige plaats wordt voor de boerderijen. De neiging bestaat dan ook,
zodra de bouwkosten weer enigszins in verhouding komen tot de be
drijf suitkomsten, de oude hoeve te verlaten en een nieuwe te stichten.
Naar de normen van het straks besproken landbouwtechnisch ideaal
zou dus een verspreiding van de boerderijen over de es zijn te ver
wachten, wat inderdaad hier en daar al heeft plaats gevonden. Doch het
bouwland eist geen dagelijkse verpleging, het vee wel. Logischer zou
dus zijn, de liquidatie van het kernesdorp te doen plaats vinden in
de vorm van één of meer nederzettinkjes, concentrisch of langgerekt,
zo dicht mogelijk bij het weidegebied, en nog binnen redelijke afstand
van het bouwland. Soms zou dit betekenenaan de buitenrand van de
essenhet is denkbaar, dat een plaats halverwege het „veld" gunstiger
zou uitvallen.
Herverkaveling van essen is het voorspel van een algemene exodus,
onvermijdelijk maar moeilijk in tijdsduur te voorspellen. Worden niet
bij of onmiddellijk aansluitend aan de ruilverkaveling nieuwe vesti
gingsmogelijkheden geschapen, op de meest doelmatige plaatsen, dan
zal de rationalisatie die behoort te volgen op de herverkaveling, niet
optimaal kunnen zijn.
Laten wij hierna eens even denken aan de grote verlaten gebieden
met onmogelijk lange smalle kavels, het type van de ruilverkavelingen
bij Veenendaal, Eemnes en Bunschoten, het oude gebied van de Beerse
overlaat, enz., terreinen waar voor kort zoveel wateroverlast werd
ondervonden, dat het grondgebruik extensief moest blijven.
Nu is intensiever gebruik mogelijk, waarvoor verbetering van detail
ontwatering en bovenal ontsluiting met een goed wegennet voor
waarde is. En net als bij de esdorpen zal verplaatsing van boerderijen