219
opener geworden, een ontwikkeling die nog steeds voortschrijdt. Aan
de andere kant worden een aantal Groningse en Friese landschappen,
oorspronkelijk open, met verspreide boomtouffen om dorpjes en boer
derijen, tot kleinere eenheden versneden door laanbeplantingen langs
provinciale en gemeentelijke wegen. Knotwilgenrijen hebben hun nut
tigheid grotendeels verloren, in beter ontwaterde gebieden kunnen rijs
waarden en peppelbossen plaats maken voor een lonender, meer
arbeidsintensief grondgebruik; heggen rondom weiden hebben afge
daan dank zij het prikkeldraad en zijn jongere broer, de schrikdraad.
De oorspronkelijk bestaande verschillen worden dus in een snel
tempo genivelleerd, terwille van de efficiency. Aan de andere kant
treedt weer een nieuwe differentiatie op ten gevolge van specialisatie
der bedrijven. Ruim vijftig jaar geleden bestond het huidige Zuidhol
landse melkgebied nog voor een behoorlijk deel uit gemengde bedrijven
overal zien wij nog de sporen van oud bouwland. In dezelfde
periode hebben Groningen, grote delen van Zeeland en de Zuidhollandse
eilanden zich toegespitst op akkerbouw, zijn de jonge fruitteeltgebieden
als verzameling van uitsluitend-boomgaard en struikvorm boomgaard
ontstaan en vormden zich klein-fruit centra zoals Beverwijk, Breda en
Tilburg. Ook de bloemenstad Aalsmeer en de specialisatie op bepaalde
facetten van de boomteelt in Boskoop ontstond in deze tijd.
Maar die nieuwe differentiatie is minder sprekend dan de oude
doordat de specialisatie de fabrieksvorm nadert of zelfs heeft bereikt.
De pas gebouwde, technisch perfecte champignonkwekerijtjes in Mook
zijn niet te onderscheiden van fietsenfabriekjes. Een groot akkerbouw
bedrijf in de Biesbosch bestaat uit een wijde open vlakte, met een
machinehal, een garage-reparatiewerkplaats, een villa voor de bedrijfs
leider, een blokje arbeiderswoningen. Alleen een paar verspreide open
kapschuren onderscheiden het van de autobusonderneming. De bollen
schuren zijn niet te onderscheiden van Sikkens lakfabriek, het West-
land is één glazen fabriek, en als weldra fluorescerende verlichting het
wint van het onbetrouwbare zonlicht, wordt het een aaneenschakeling
van goed tegen warmteverlies geïsoleerde bunkers.
Dit zijn extreme gevallen, ik weet het wel, maar U kent mij voldoende
om te beseffen dat ik graag met flagrante voorbeelden een ontwikke
lingsgang demonstreer.
Want dat is waar wij ons midden in bevinden, een ontwikkeling van
gemoedelijk, huiselijk landbouwgebied, waar nog wat smakelijke, soms
dwaze, toevalligheden in zijn overgebleven, waar nog gelegenheid is
„to swing a cat", naar een door en door efficiente, volledig uitge
beende verzameling gespecialiseerde akkers en weiden, compleet met
volledig doelmatige bedrijfsgebouwen, doorsneden door een zo zuinig
mogelijk bemeten wegennet, waarin verspreid bedrijfsleiders van land
bouwondernemingen wonen geen boeren meer, daar zijn ze veel te
efficient voor! en ook arbeiders, die geen landarbeider meer zijn,
maar op de ambachtschool het diploma van automonteur hebben be
haald. Toevalligheden zullen er uit den boze zijn, en de spelingen der
natuur, zoals wisselende grondwaterstand en vruehtbaarheidsverschillen