228
Op verzoek van Prof. Hofstee wordt van deze lezing geen verslag
gepubliceerd. Het is de bedoeling deze lezing, na verdere studie en
in gewijzigde vorm in een ander tijdschrift, welk is nog niet bekend,
te publiceren.
Na de pauze deelt de voorzitter mede, dat Prof. Schermerhorn door
een onverwacht vertrek naar het buitenland is verhinderd de vergade
ring van de commissie voor fotogrammetrie en kartografie te leiden.
De Heer Ir. A. J. van der Weele heeft zich echter zonder aarzelen
bereid verklaard als plaatsvervanger op te treden, zodat de leiding
in goede handen is.
Verslag van de vergadering der Commissie voor Fotogrammetrie en
Kartografie.
VoorzitterIr. A. J. van der Weele.
Rapporteur: A. Tichelaar.
Om twee uur opent de voorzitter de bijeenkomst ter bespreking van
de rapporten van de heren J. J. Gorter en C. Krombeen, resp. over
,,De toepassing van de fotogrammetrie bij de ruilverkaveling in Neder
land" en „Iets over de toepassing van luchtfotogrammetrie bij ruilver
kaveling in Frankrijk en Zwitserland".
Beide prae-adviseurs geven nog enige toelichtingen op hun rap
porten.
De heer Gorter legt de nadruk op twee factoren, die zeer belangrijk-
zijn: ie. de economische kant van het vraagstuk;
2e. de nauwkeurigheidseisen.
Bepalend voor de economie zijn a. een zodanige organisatie, zowel
intern bij de ruilverkavelingsdienst als tussen de verschillende samen
werkende diensten, dat de verwerking der resultaten bij de ruilverkave
ling op het juiste ogenblik en in het meest geschikte tempo kan plaats
vinden, en b. een juiste afstemming van de urgentie van terrestrische
bijmetingen, aansluitend aan de fotogrammetrische basis enerzijds en
aan het direct te bereiken doel anderzijds.
Men hoede zich voor overdaad op dit punt. Spreker stelt zich voor
dat bij het blok „Workumer Nieuwland", waar vrijwel uitsluitend
samenvoeging van percelen en verbreding van bestaande wegen nodig
is, kan worden volstaan met een zeer beperkte bijmeting.
De heer Gorter acht een middelbare fout van ongeveer 50 cm aan
vaardbaar. Deze wordt meestal niet overschreden, ook niet bij de ver
vaardiging van kaarten op schaal 12500 uit foto's op schaal 120000.
De heer Krombeen vestigt de aandacht op het feit dat de beide
door hem in zijn rapport genoemde Franse schrijvers grote mogelijk
heden zien in de toepassing voor grote gebieden. Zo is men in Frank
rijk gekomen tot de vernieuwing van de kadastrale plans met behulp
van de fotogrammetrie. Kaartering door middel van ontschranking
leidde tot goede resultaten. Ook in Zwitserland werd deze methode
gebruiktvoor werkelijk vlakke gebieden was de bewerker vol lof.
De bereikte nauwkeurigheid in Frankrijk en Zwitserland was bijna
twee maal zo groot als hier te lande. Natuurlijk is de kleinere schaal