229
van de in ons land gebruikte foto's van grote invloed op de middelbare
fout geweest.
Het verdient aanbeveling een vergelijkend onderzoek in te stellen
naar de efficiency en nauwkeurigheid van de verschillende methoden.
Hierbij moet dan aandacht worden besteed aan de mogelijkheid te
komen tot een kaart, waarvoor de bijmetingen zo gering mogelijk die
nen te zijn. Om dit doel te bereiken zou het wenselijk zijn onzichtbare
grenzen in het terrein zichtbaar te maken, de dwarsprofielen van wegen
en waterlopen op te nemen waardoor een betere interpretatie ont
staat), de fotokartograaf voldoende kennis te laten verwerven van het
te kaarteren terrein.
De heer Baarda mist de norm waaraan de nauwkeurigheid wordt ge
toetst. De eisen van nauwkeurigheid worden bepaald door het doel
waarvoor de kaarten worden gebruikt. Moeten de kaarten worden
beschouwd als hermeten plans, dan dient de nauwkeurigheid te worden
opgevoerd.
Ook de heer Gorter zou gaarne die norm bepaald willen zien.
De heer O. J. Jonas zou bij de beantwoording van de vraag of men
al of niet fotogrammetrie moet toepassen de doorslag willen laten
geven door de eisen van nauwkeurigheid.
De heer Bramlage waarschuwt tegen het gebruik van kodatrace, dat
niet voldoet. Beter is het plastic te gebruiken, waarin zeer goede
soorten bestaan, die ook behoorlijk met inkt zijn te bewerken.
De heer Bramlage zou de nauwkeurigheidseisen niet al te centraal
willen stellen. De waarde van de foto in het terrein is zeer groot.
De heer Gorter merkt in dit verband op, dat de foto van groot nut
is bij de bepaling van de juiste loop van de wegen en waterlopen,
en verhelderend werkt bij de schatting. Het is mogelijk de klassegren-
zen van de foto's over te nemen zonder bijmeting.
De heer Visser betoogt dat de foto voor de bodemkaartering zeer
belangrijk is, al blijft steeds verificatie in het terrein nodig.
De heer Noordenne veronderstelt, dat een achtmalige vergroting van
de foto's I 20000 optisch wel te bereiken is, zij het dan misschien
ook in twee trappen. Voor de goede organisatie is het noodzakelijk, dat
de aanvragen voor luchtopnamen tijdig worden ontvangen.
Volgens de heer Kiers is de nauwkeurigheid die in Loosdrecht is
bereikt, gelijk te stellen aan de tekennauwkeurigheid.
De heer Stoorvogel vindt inderdaad het inzicht in de vereiste nauw
keurigheid van groot belang, omdat daarvan de schaal van de opname
afhankelijk is. De Cultuurtechnische Dienst zal vermoedelijk niet op
het resultaat van dit onderzoek kunnen wachten. Daarom moeten de
aanwezige mogelijkheden zeker worden gebruikt. In een slotengebied
waar veel perceelscheidingen blijven bestaan, is een fotokaart een goede
basis. Hier is reconstructie geen belangrijke eis, waardoor de nauw
keurigheid kleiner kan zijn. Overigens kan deze ook partieel door bij
metingen worden opgevoerd.
De heer Plasman acht het kostenvraagstuk zeer belangrijk. Hij waar
schuwt ervoor dat men niet alleen de kaart als het enige product moet
zien. De zeer grote interpretatiewaarde van de foto biedt vele moge-