233
Vereniging van Civiel-Landmeters en
Geodetisch-lngenieurs
niet te wijzen op één teleurstellend feit: de afwezigheid van vele niet-
ruilverkavelende landmeters. In ons vak, dat toch al slechts een klein
gedeelte van de toegepaste wetenschappen beslaat, is eenzijdigheid een
groot gevaar, zowel voor de ontwikkeling van het vak als voor de be
oefenaren hiervan. Moge op de nog te organiseren studiedagen iedere
landmeter aanwezig zijn. Hij bewijst daardoor zijn vak en zichzelf een
grote dienst! De secretaris der N. L. F.,
G. F. Witt.
Beknopt verslag van de Algemene Vergadering, gehouden op
14 April 1950 in Hotel „Noord-Brabant" te Utrecht.
De secretaris geeft in zijn jaarverslag een opsomming van de ge
passeerde activiteiten van het bestuur en brengt daarin o.a. naar voren,
dat het bij de redactie van het Tijdschrift voor K. en L. enige critiek
heeft uitgeoefend op de samenstelling van dit tijdschrift, dat naar de
mening van het bestuur sinds 1946 een teveel aan juridische en een
tekort aan technische onderwerpen heeft bevat.
Voorts blijkt uit het jaarverslag, dat het bestuur een onderhoud
met de Inspecteur van de Hypotheken en het Kadaster heeft gehad,
waarin namens het Ministerie van Financiën o.a. verklaard werd, dat
het aantal dienstjaren, buiten het Kadaster behaald, in principe vol
ledig gehonoreerd kan worden, d.w.z. na het met succes afleggen
van het vakexamen.
Op initiatief van de heer Rienks wordt overwogen gezien het
grote batig saldo van de vereniging abonnementen op binnen- en
buitenlandse vaktijdschriften te nemen en deze tijdschriften te laten
circuleren.
Naar aanleiding van een ingekomen schrijven van de N.L.F., waarin
de Federatie de Vereniging adviseert, de contributie over 1051 te
verhogen, deelt de voorzitter, op een vraag hierover, mede, dat dit,
wat de Vereniging van Civiel-Landmeters en Geodetisch-lngenieurs
betreft, voorlopig niet het geval zal zijn.
Volgens een statutenartikel wordt de goedkeuring van de vergade
ring gevraagd, de heren Ir. B. Scherpbier en Ir. A. J. van der Weele
als lid van de Vereniging toe te laten; deze goedkeuring wordt onder
applaus verleend.
Op enkele vragen en suggesties over en aangaande eventuele binding
van de Vereniging aan het Koninlijk Instituut van Ingenieurs en/of
de Vereniging van Delftse Ingenieurs antwoordt de voorzitter, dat
door het bestuur stappen in die richting zullen worden ondernomen.
Na enige discussies worden de nieuwe statuten en het nieuwe
huishoudelijk reglement van de vereniging, na enkele wijzigingen, goed
gekeurd. Besloten wordt, over circa één jaar de koninklijke goed
keuring aan te vragen. De naam van de Vereniging is thans „Ver
eniging van Civiel-landmeters en Geodetisch-lngenieurs", terwijl in
de nieuwe statuten o.a. voor civiel-landmeters, in vaste dienst werkzaam