234
In memoriam J. Polman
bij het Kadaster, de mogelijkheid geschapen is, als buitengewoon lid
tot de Vereniging toe te treden.
De reglementen van het Subsidiefonds worden door de vergadering
eveneens goedgekeurd en tot adviseurs inzake fondsaangelegenheden
worden met grote instemming van de vergadering de heren N. D.
Haasbroek en B. de Boer benoemd.
Namens het bestuur van het Studentengezelschap „Snellius" geeft
de president daarvan, de heer Rentema, een helaas somber relaas over
de huidige en de te verwachten activiteiten van de leden van Snellius;
de studenten gedragen zich zijns inziens in velerlei studentenaange
legenheden zeer passief. De voorzitter zegt in zijn antwoord te hopen
op een nieuwe opbloei tijdens de a.s. lustrumfeesten.
Het bestuur wordt in zijn geheel herkozen.
De vergadering keurt de candidaatstelling van de heer Baarda als
penningmeester van de N.L.F. goed. Als plaats van de volgende
algemene vergadering wordt Utrecht herkozen.
In het algemene gedeelte houdt des middags de heer Prof. Kruidhof
uit Wageningen voor een dankbaar gehoor een zeer leerzame en
onderhoudende voordracht over „indirecte afstandsmeting", waarbij
een groot aantal illustratieve lantaarnplaatjes wordt vertoond.
Op 22 Juni 1950 werd hij weggenomen na een kortstondig ziekbed.
Wie zijn gezin van nabij heeft gekend, zal kunnen begrijpen, hoe
onherstelbaar het verlies is, dat het
op die dag moest lijden. Wie weet
hoe het huis van de Polmans als
een immer vloeiende bron van
hartelijk medeleven is geweest voor
al zijn medewerkers aan het werk
dat hij hier vijftien jaar geleden
aanvankelijk alleen begon, zal mis
schien kunnen beseffen, dat het
allen is, alsof er diezelfde middag
een broer naar het graf werd ge
dragen. In een kleine gemeenschap
weegt een dergelijk verlies zwaar
der dan men zich in het moederland
zal kunnen voorstellen.
Jan Polman werd op 16 November
1908 geboren te Ruinerwold als
één der oudsten uit een gezin van
(negen kinderen. Zoon van een
oud Drents boerengeslacht, was het deze afkomst waaruit de beste van
zijn eigenschappen waren te verklaren.
Na de Rijks-H.B.S. te Meppel te hebben afgelopen, studeerde hij
van 1926 tot 31 Jan. 1930 te Wageningen voor de Indische richting
der Geodesie.
In November 1930 vertrok hij daarop als pasgetrouwd man naar