Berichten
239
Rubr. 262. L'évolution du cadastre frangais. 54 biz. 1949
Rubr. 30. Wijdenes. Boldriehoeksmeting. 302 blz. I95°
Rubr. 32. Mulder. De „daling" van den bodem van Nederland.
Art. in Tijdschrift der Ned. Heide Mij. 1940
Rubr. 32. Oosting. Een en ander over practische veldbodemkunde.
Art. in Tijdschrift der Ned. Heide Mij. 1941
Rubr. 32. Schulz. Los ültimos descrubimientos en la Antartida y
sus ensenanzas. 20 blz. 1949
Rubr. 33. Kruisselbrink. Landaanwinning in den Dollard. Artikel
in Tijdschrift der Ned. Heide Mij. 1940
Rubr. 33. Wijnbergen. Over de ontwatering in den Overijsselschen
en den Gelderschen Achterhoek. Art. in T. der Ned. Heide Mij. 1941
Rubr. 33. Oosting. De Duitsche bodemschattingswet van 1934.
Artikel in Tijdschrift der Ned. Heide Mij. 1942
Rubr. 33. De Bruijn. De afdamming van de Brielsche Maas. Artikel
in „De Ingenieur". J949
Rubr. 33. De Blocq van Kuffeler. Inpoldering in het zuidelijk
deel van net IJsselmeer. Art. in „De Ingenieur". I9SO.
Rubr. 36. Het 7e Internationale Landmeters Congres gehouden te
Lausanne van 23 tot en met 27 Aug. 1949. Procés-Verbal de la réunion
du Comité Permanent du 22 aoüt. BosRapport, 44 blz. Procés-Verbal
du Comité Permanent du 27 aoüt. 1949
F. H.
Kadaster en Hypotheken in Nederland
Overleden op 21-VIII-1950 in de ouderdom van 56 jaar de ingenieur-verifica
teur A. A. H. H e e z e m a n s te Groningen.
Eervol ontslagen m.i.v. 1-IX-1950 de adjunct-landmeter K. Doets te Middel
burg; m.i.v. ï-X-1950 de landmeter ie klasse J. A. te Winkel te Alkmaar.
Benoemd tot adjunct-landmeter m.i.v. I-V-1950 te DeventerW. van Berk;
m.i.v. 16-V-1950 te Rotterdam: R. Pieterson; m.i.v. l-VI-1950 te 's-Graven-
hage K. P. H. J a s p e r s em.i.v. 16-VI-1950 te Almelo G. H. M. Sanders;
m.i.v. 15-IX-1950 te 's-HertogenboschP. Mantel; tot landmeter te Maastricht
m.i.v. ï-X-1950: H. J. Goïnga; tot landmeter ie klasse m.i.v. 1-VIII-1950 de
landmeter W. Muller te Zwolle Rvktot hypotheekbewaarder ter directie te
AmsterdamMr. L. W. Alders.
Verplaatst m.i.v. 21-VII-1950 de landmeter G. S. C. v a n B e e k van Eindhoven
Rvk naar Eindhoven; m.i.v. 24-VII-1950 de landmeter H. R. Mas sink van
Eindhoven Rvk naar Almelo Rvk; m.i.v. 1-VIII-19S0 de landmeter ie klasse
P. Alberda van Amersfoort naar Arnhem (onder gelijktijdige aanwijzing tot
hoofd van het bureau) en de landmeter G. W. van L i t h van Winschoten naar
Almelo Rvk; m.i.v. 1-IX-1950 de landmeter J. Ouwerkerk van Rotterdam
naar Goes en de adjunct-landmeter C. B. Bos van Rotterdam naar Groningen.
Kadaster in Indonesië
Verplaatst de landmeter G. Ch. Dogterom van Malang naar Surabaja, de
tijd. wnd. landmeter H. J. Goïnga van Amboina naar Djakarta.
Verleend Europees verlof wegens langdurige dienst m.i.v. 9-VIII-1950 aan de
landmeter E. C. Brangert te Semarang voor de duur van één jaar.
Verleend Europees verlof wegens ziekte aan de landmeters E. V. Le li veld
te Surabaja m.i.v. 20-VII-1950 voor de duur van negen maanden en A. M i c h i e 1-
sen te Tjirebon m.i.v. 7-VI-1950 voor de duur van acht maanden.
