257 dat voor het gehele grondgebied van Nederland een nationaal plan in voorbereiding is een plan waarvan overigens slechts bekend is, dat het binnen een mensenleeftijd er zeker niet zal komen kan de Pre sident tegen elk werk dat hem tegenstaat bezwaar maken op grond van strijd met dat in voorbereiding zijnde plan. Iemand kan dus moei zaam alle voor een werk vereiste vergunningen tegenwoordig al gauw een flink dozijn bijeen gegaard hebben om dan plotseling de jobstijding te krijgen, dat de President bezwaar tegen de uitvoering van het werk heeft wegens strijd met een plan in voorbereiding, waar van hij noch U of ik iets verder weten. Het is duidelijk dat deze be voegdheid ernstig afbreuk doet aan de rechtszekerheid waarop de burgers aanspraak kunnen maken, alsook dat de uitoefening daarvan grote schade kan veroorzaken, waarvoor echter nergens aanspraak op vergoeding wordt gegeven. Gelukkig kan worden geconstateerd dat in de practijk met behoedzaamheid van deze bevoegdheid gebruik wordt gemaakt. Tot Maart van dit jaar werd in 33 gevallen formeel bezwaar gemaaktin verscheidene andere werd na overleg een doorgaans be vredigende oplossing gevonden. Toch is de tegenwoordige toestand in hoge mate onbevredigend. De los van elkander staande wettelijke regelingen van uitbreidingsplannen, streekplan en nationaal plan zijn een bron van verwarring en misver stand. Streekplannen kunnen trouwens nog in het geheel niet worden vastgesteld, omdat de daarop betrekking hebbende bezettingsregelingcn geacht worden niet meer geldig te zijn. P>ij de Tweede Kamer is dan ook een wetje aanhangig om die bezettingsregelingen voorlopig te con tinueren en tevens de bepalingen over de Rijksdienst voor het Natio nale Plan te vernederlandsen. Organisatorisch is de situatie ook buiten gewoon verward, doordat de provincies alle een eigen planologische dienst hebben. Ook de rijksinspecteurs belast met het toezicht op de handhaving van de wettelijke bepalingen betreffende de volkshuis vesting, als hoedanig tegenwoordig de hoofdingenieurs-directeurs van de wederopbouw en volkshuisvesting fungeren, hebben echter nog steeds krachtens de Woningwet ten aanzien van de planolo gische maatregelen adviserende bevoegdheden. Aan de top is de verwarring nog groter. En voor de wederopbouwplannen gelden nog speciale regelingen die ik hier buiten beschouwing moet laten. Ziehier dan enkele zeer onvolledige gegevens over de thans geldende rege lingen, die de Staatscommissie tot herziening van de Woningwet, die in 1947 onder voorzitterschap van Prof. Van den Bergh werd inge steld, als uitgangspunt had te nemen. Haar voorstellen zijn vervat in een rapport van 220 blz., waarin onder meer drie complete wetsont werpen zijn opgenomen, waarvan twee van meer dan 175 artikelen. Ik kan U hier natuurlijk daarvan slechts enkele hoofdpunten verhalen. De banden tussen de regeling van de ruimtelijke ordening en die van de volkshuisvesting, die naar veler mening tot kluisters waren ge worden, snijdt de Commissie resoluut door. De nieuwe Woningwet die zij heeft ontworpen, bevat alleen bepalingen omtrent de volkshuisves ting, ten aanzien waarvan zij eveneens verschillende nieuwigheden voorstelt, die echter buiten mijn onderwerp vallen. Daarnaast stelt zij

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1950 | | pagina 263