283 sparing in kosten en tijd ten opzichte van uitvoering in handkracht, mits voldoende geschoolde draineerarbeiders beschikbaar zijn. Als maatstaf voor de prestatie voor het opstellen van het werk schema kan worden aangehouden, dat een ploeg van vijf goed geschool de draineerarbeiders per week i ha draineert bij een reeksafstand van 8 m en een gemiddelde diepte van 0,90 m overeenkomende met een prestatie van 5 m per man per uur. Het zo efficient mogelijk uitvoeren van een ruilverkaveling stelt hoge eisen aan de deskundigheid van hen die het plan voor de uit voering opstellen. Men dient inzicht te hebben in de toepassingsmoge lijkheid van een bepaalde machine in een gegeven gevalin de prestatie die geleverd kan worden onder die bepaalde omstandigheden en in de kosten die daaraan verbonden zijn. Uiteraard moet voor ieder geval de voordeligste werkwijze worden gekozen, doch dit mag er niet toe leiden, dat een veel te groot aantal machines wordt gekocht of gehuurd, die ieder voor zich een te geringe toepassingsmogelijkheid hebben en waardoor tenslotte de economie van het werk in gevaar wordt gebracht. Om tot een zo nauwkeurig mogelijke begroting te komen van de prestatie die een machine kan leveren, dient studie gemaakt te worden van de factoren die deze prestatie bepalen. Nemen wij als voorbeeld de dragline. De prestatie hiervan kan worden uitgedrukt in de volgende formule 3600 Q.f.e.k z Hierin is P m3 grond/uur, gemeten in het vaste profiel Q liter inhoud van de emmer een reductiefactor in verband met de uitwerking van de grond c nuttig effect machine. Uit de practijk blijkt dit bij 80 te liggen. Werkt de dragline in combinatie met andere werktuigen, dan zal het lager liggen k nuttig effect van de emmer. De emmer zal maar in weinig ge vallen vol zijn, zodat er op de inhoud een reductie moet worden toegepast. Dit moet per object worden beoordeeld. z de tijd in sec die de dragline nodig heeft voor iedere graafactie. Deze is afhankelijk van de zwaai van de machine, de zwaarte van de grond en de behendigheid van de machinist. Iedere graafactie bestaat uit: 1. het graven; 2. het zwaaien naar de losplaats 3. het lossen 4. het zwaaien naar de graafplaats. Aan de hand van deze formule kan men de weekprestatie van iedere dragline onder de gegeven omstandigheden zo nauwkeurig mogelijk schatten. Het behoeft wel nauwelijks betoog, dat deze berekende prestaties voortdurend getoetst moeten worden aan de practijk. Daarom wordt

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1950 | | pagina 289