Herziening van de pachtwetgeving
286
Brief van het Bestuur der Vereniging voor Kadaster en
Landmeetkunde, gezonden in Juli 1950 aan de Directeur-
Generaal van de Landbouw.
Het Bestuur van de Vereniging voor Kadaster en Landmeetkunde
heeft de eer zich tot U te wenden met enige korte beschouwingen over
het rapport van de commissie tot herziening van de pachtwetgeving.
In dit rapport heeft het hoofdstuk III, handelende over pachtruil, in
het bijzonder onze aandacht getrokken. Het is niet onze bedoeling hier
in te gaan op de in dit hoofdstuk voorgestelde wijze om tot pachtruil
te geraken. Vele wegen kunnen worden ingeslagen om het gestelde ('oei
te bereiken en wij hebben begrip voor de moeilijkheden die deze
nieuwe figuur met zich brengt.
Het lijkt ons echter wel gewenst hier tot uiting te brengen, dat het
onze aandacht heeft getrokken, dat in hoofdstuk III de uitvoering van
de pachtruil wordt opgedragen aan de Grondkamer en dat in artikel
73 wordt bepaald„Bij algemene maatregel van bestuur kunnen nadere
regelen omtrent ondergeschikte punten, de pachtruil betreffende,
worden gesteld".
De vraag is o.i. gewettigd of de Grondkamer zelve wel de meest
geschikte instelling is om pachtruilingen uit te voeren en of in de
wijze van samenstelling van de Grondkamer wel voldoende waarborgen
liggen dat de leden behalve over juridische en landbouwkundige kennis
tevens beschikken over kennis van de landmeetkunde, de hypothecaire
en kadastrale boekhouding en de hantering van de kadastrale kaarten.
En dan volgt vanzelfsprekend de tweede vraag aan wie men de uit
voering dan wel wenst op te dragen en of het in de bedoeling ligt dit
bij algemene maatregel van bestuur te regelen.
Het komt ons gewenst voor hier te wijzen op een dikwijls niet te
vermijden gevolg van pachtruil, namelijk dat de grenzen die een
pachtkavel omsluiten veelal niet identiek zullen zijn met de grenzen
tussen de eigendommen der verpachters. Vooral daar waar de grenzen
tussen de eigendommen niet uit sloten bestaan, maar bijvoorbeeld uit
greppels of bouwvoren, zal uit de aard der zaak de neiging bestaan bij
het uitvoeren van een pachtruil de pachtkavel zo voordelig mogelijk
voor de pachter te vormen, zonder veel acht te slaan op de bestaande
en blijvende eigendomsgrenzen. Dit zal tengevolge kunnen hebben dat
na verloop van enige tijd de eigendomsgrenzen zullen zijn verdwenen.
Dit brengt grote gevaren mede voor de rechtszekerheid van de grond
eigendom. Deze rechtszekerheid is een maatschappelijk belang. Wij
wijzen hier op de belangen van het hypothecaire kredietwezen en op
de gevaren bij overdracht van percelen, gelegen in een gebied waarop
pachtruil werd toegepast en waar de eigendomsgrenzen zijn verdwenen.
Dit verdwijnen zal óf leiden tot het aanvragen van herhaalde grens-
uitzettingen óf tot grensprocedures.
Het Kadaster tracht steeds zoveel mogelijk moeilijkheden voort
vloeiende uit het verdwijnen van grenzen te voorkomen. Dit streven