287
van het Kadaster komt in dit geval het beste tot zijn recht als het
Kadaster op het juiste ogenblik wordt ingeschakeld. De kadastraal land
meetkundige techniek kan dan veel onheil voorkomen.
Hiermede in verband moeten wij ook aandacht schenken aan de
bestaande plannen om tot registratie van het agrarisch grondgebruik
over te gaan. Pacht zal veelal betrekking hebben op gedeeltelijke kadas
trale percelen, ook na het tot stand komen van een pachtruil, en op
meting en groottebepaling van deze gedeeltelijke kadastrale percelen
dienen voor een juiste omschrijving van het te verpachten object door
kadastrale deskundigen te worden uitgevoerd voor de registratie.
Wij menen dat het niet wenselijk is nu reeds verder in te gaan op
het „Voorlopig rapport inzake de registratie van het agrarisch grond
gebruik", daar wij voornemens zijn U in een later schrijven onze
mening daarover kenbaar te maken, maar willen slechts wijzen op het
verband dat er ligt tussen deze zaken.
In het belang van de rechtszekerheid van de grondeigendom en
eventueel in het belang van een juiste registratie van het agrarisch
grondgebruik komt het ons gewenst voor dat het Kadaster wordt inge
schakeld bij de uitvoering van de pachtruil.
De werkzaamheden verbonden aan het uitvoeren van een pachtruil
en van een ruilverkaveling vertonen veel punten van overeenkomst.
Naar analogie van de Ruilverkavelingswet dient in de Pachtwet te
worden bepaald, dat een landmeter van het Kadaster wordt aangewezen
om aan de Grondkamer (of aan een eventuele plaatselijke commissie)
bijstand te verlenen bij de uitvoering van een pachtruil.
Registratie van het agrarisch grondgebruik
Brief van het Bestuur der Vereniging voor Kadaster en
Landmeetkunde, gezonden in Juli 1950 aan de Directeur-
Generaal van de Landbouw.
Het Bestuur van de Vereniging voor Kadaster en Landmeetkunde
heeft de eer zich tot U te wenden met de navolgende beschouwingen
over het voorlopig rapport inzake de registratie van het agrarisch
grondgebruik, uitgebracht door de commissie, ingesteld bij beschikking
van de Minister van Landbouw, Visserij en Voedselvoorziening van
30 September 1947, nr. 1047, afdeling Grond- en Pachtzaken.
Met grote belangstelling hebben wij kennis genomen van dit voor
lopig rapport. Deze belangstelling vindt haar oorzaak in de grote over
eenkomst die er is tussen de taakomschrijving van het Kadaster en die
van de ontworpen dienst voor de registratie van het agrarisch grond
gebruik.
In hoofdstuk I wordt door de Commissie de volgende omschrijving
gegeven van „registratie van het agrarisch grondgebruik"Onder
registratie van het agrarisch grondgebruik wordt verstaan een zo
danige vastlegging van de gegevens van het grondgebruik, dat hieruit
tenminste blijkt wie van een bepaald perceel de gebruiker is en voorts,