288 welke percelen bij een bepaald persoon binnen een nader te omgren zen gebied in gebruik zijn, alsmede de ligging der percelen. De taak van het Kadaster is er o.a. op gericht een zo volledig moge lijk beeld te geven van de rechtstoestand van de bodem. Men kan ook zeggende kadastrale en hypothecaire boekhouding en de kadastrale kaarten geven ten gerieve van de overheid en het publiek een zodanige vastlegging van de gegevens omtrent de zakelijke rechten op de grond, dat hieruit onder meer blijkt wie van een bepaald perceel de eigenaar (of zakelijk gerechtigde) is en voorts welke percelen bij een bepaald persoon binnen een nader te omgrenzen gebied in eigendom (of ander zakelijk recht) zijn, alsmede de ligging dier percelen. Uit deze taakomschrijvingen blijkt verder dat dezelfde personen (de overheid en het publiek) gebruik zullen maken van deze beide vormen van registratie betreffende hetzelfde objectde grond. Nog een andere opmerking willen wij maken in verband met de taak omschrijvingen. Als grondgebruikers meent de commissie te moeten beschouwen diegenen die de grond gebruiken om daarvan de vruchten te trekken. Dit zijn dus eenvoudig gezegd: de eigenaren-gebruikers en de pachters. De eigenaren-gebruikers staan geboekt in de kadastrale boekhouding en de grondgebruikers, dal zijn dus eerstgenoemden én de pachters, wil de Commissie gaan registreren door middel van een dienst van het agrarisch grondgebruik. Wij menen hierin te zien dat er een nauwe verbondenheid bestaat tussen de taak van het Kadaster en die van de geprojecteerde dienst van het agrarisch grondgebruik, temeer nog daar beide soorten van registratie steunen op dezelfde basis, nl. de kadastrale kaart. De overeenstemming tussen beide soorten van registratie is wel zo sprekend, dat men ons inziens direct voor de vraag gesteld wordt of het niet wenselijk zou zijn die werkzaamheden in één dienstvak te verenigen. In hoofdstuk I geeft de Commissie onder de letters A en B een opsomming van de diensten die de registratie van het agrarisch grond gebruik moet bewijzen in het heden en in de toekomst. Het heeft ons getroffen bij het nagaan van deze diensten, dat vrijwel steeds behoefte bestaat of zal bestaan aan gegevens die „bij" zijn tot op de dag van raadpleging en niet verstoord door de mutaties in een tijdvak van 5 jaren. Indien onze zienswijze juist is (als voorbeeld wijzen wij op de be nodigde pachtgegevens bij een ruilverkavelingdeze gegevens moeten „bij" zijn op het moment van de vaststelling van de lijst van recht hebbenden) dient de conclusie te worden getrokken, dat er een tegen spraak ligt tussen de opsomming der verlangde diensten en tussen het uitgewerkte plan, dat een registratie oplevert die niet „bij" is. De betekenis van het pachtrecht is sedert de dertiger jaren sterk toegenomen. Ons inziens is de verwachting, dat wij hier nog midden in een groeiproces staan, niet ongewettigd als men het oog gericht houdt op de sterk toenemende bevolking van Nederland en de daarmede samenhangende taak van de Staat op het gebied van de landbouw en de voedselvoorziening. Ook de Commissie ziet in de toekomst (blz.

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1950 | | pagina 294