29 7
Eiser stelt voor zijn weiland te hebben een „reed", die al sinds on
heuglijke tijden door hem en zijn voorgangers in de eigendom langs
dezelfde uitvoerig omschreven weg is uitgeoefend, in elk geval reeds
vanaf de invoering van het kadaster. Gedaagde heeft in 1941 op die
weg een hek met slot geplaatst en later een „dam" in die weg ge
graven, zodat de overgang onmogelijk werd gemaakt.
De Rechtbank had de eis afgewezen omdat het bestaan van een ser
vituut niet duidelijk was gesteld, ook niet het beroep op „buurweg" als
in het B.W. omschreven.
Het Hof oordeelt anders en wel dat eiser juist zeer duidelijk zijn
beweerde servituut c.q. buurweg had aangegeven, ook nog wel met een
kaartje en dat in dit veengebied, waarin voortdurend is verveend,
waardoor talloze vernummeringen bij het kadaster hebben plaatsge
vonden, geen betere omschrijving was te geven.
Dat eiser, mede daardoor, met akten moeilijk zijn recht kan staven,
wordt goedgemaakt door zijn beroep op ontstaan van de reed vóór
1838, waarbij het Hof overweegt, dat onder het Oud-Hollandse recht
in Friesland servituten van reed of drift over eens anders land door
verjaring konden ontstaan en worden verkregen.
Het Hof liet eiser toe door getuigen te bewijzen het bestaan van de
door hem gepretendeerde reed en het ontstaan van het recht door ver
jaring.
I95°/56i- Hof Arnhem, 13 December 1949.
Een beek was onbetwist eigendom van de ene oevereigenaar. Deze
wilde in de beek een betonnen bassin van 10 meter lengte maken ten
behoeve van zijn aangrenzende papierfabriek. De eigenaar van de
gronden aan de andere oever van de beek klaagde nu dat hij in zijn
recht om het water van de beek tot bespoeling van zijn land te gebruiken
werd beperkt en vroeg daarom aan de President een spoedvoorziening,
die gegeven werd, nl. verbod van het maken van het bassin.
De beekeigenaar ging in beroep bij het Hof en betoogde daar o.m.
dat art. 676 B.W. alleen zou gelden als het water aan beide oever
eigenaren zou toebehoren, wat hier niet het geval was.
Het Hof besliste dat art. 676 ook hier moest gelden, maar liet het
maken van het bassin wel toe, omdat hierdoor nog water genoeg in de
beek bleef naast het bassin om tot bespoeling voor buurmans land te
dienen.
October 1950. J- H. J.