33 fotogrammetrie. Het wordt gekenmerkt door een voortgaande mecha nisering. Ook in Pruisenduitsland, het land van het „vermessungs- technische Spatklassicismus". P. bespreekt verder rationalisering door vereenvoudiging, wijziging, besparing. Hij wil een grafisch kadaster. In het veld tachymetrische methoden. Beperking van de schalen van de kaarten tot I 5000, 1 2500, zelden 11000. Beperking van numerisch coördinatenrekenen, aanmoediging van het gebruik van mechanische kaarteermiddelen, gra fische grootteberekening. Dan over de gewenste organisatie. Het is aan het bestuur van het kadaster om te beslissen of het zijn speciale arbeidsveld zal verenigen met dat van de Landesvermessung. Tot zover de heer Albert Pfitzer. Nu komt Dr. Happach aan het woord. Het testament gaat hem lang niet ver genoeg. Hij vindt het maar bedenkelijk dat het kadaster weer een leidende rol zal gaan spelen bij de Duitse opmetingen. Juist op technisch gebied heeft immers dit kadaster in de laatste decennia volkomen gefaald. Wanneer weer be stuur, financiën en meettechniek tot een eenheid worden versmolten, komt weer de meettechniek in de verdrukking. De taak van de Duitse meetdienst is van technische aard. Het kadaster moet zoveel mogelijk worden ontlast van het meet- technische werk en de nieuwe lands- en districtsbureaux moeten ont staan zonder enige verbinding met het kadaster. De vraag grafisch of getallenkadaster heeft met de opbouw van de nieuwe meetdienst niets meer te maken; dat is een interne aangelegenheid van het kadaster, dat die vraag wel zal beantwoorden met zijn gewone bureaucratische formalisme of in de zin van een tot nu toe slechts voorgewende ,,Ge- meinnützigkeit". De hoofdzaak is dat men onderkent waarin het eigenlijke doel van de nieuwe organisatie ligt: in de consequente afsnijding van het for malistisch- bureaucratische van het technisch productieve van de meet dienst en de omschakeling van de leiding van de beheerszijde naar de technische kant. Schrijver valt nog de wijze van grootteberekening van het kadaster aan. Gepoogd wordt met cijfers de door de natuur gestelde nauw- keurigheidsgrenzen te overschrijden om maar te voldoen aan de eis de prijs van een stuk grond in centen uit te drukken, enz. Pfitzer heeft belangrijke aanwijzingen gegeven maar de laatste con sequenties niet getrokken. Hij ziet niet als laatste oorzaak van het falen \an het kadaster de onoverbrugbare kloof tussen formele bureaucratie en scheppende techniek. De door P. voorgestelde vereenvoudigingen kent de man van de praktijk al lang en nog heel wat meer. De uitvoe rende ingenieur heeft geen „Anweisungen" nodig. Ik hoop dat de lezer uit dit summiere verslag van een uitvoerig be toog enigszins de standpunten kan onderscheiden, waarvan de analoge in ons land zeker te vinden zijn. De Gr Journal des Géomètres-Experts et Topographes Francais, Mei I949> blz. 167 e.v. R. Danger. De landmeter in Palestina.

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1950 | | pagina 33