39 bouw van het werk en de wetenschap mogelijk en konden de meet methoden veranderen en kon een nieuwe organisatie van het werk worden opgebouwd. Een tweede feit, dat een geduchte stoot gaf aan verandering in werk wijze en uitbouw der wetenschap, was de ontwikkeling van de lucht- fotogrammetrie. Wie de eerste schuchtere pogingen op dit gebied heeft aanschouwd, staat verbaasd over de vlucht die deze tak van de geodesie genomen heeft, zodanig zelfs dat de tegenwoordige studie van de geo desie specialisatie nodig maakt. In die ontwikkeling van de luchtfoto- grammetrie heeft Delft wel een groot aandeel gehad. Gaven deze twee genoemde feiten ons werk en onze studie een geheel ander aanzien, daarnaast noodzaakte de opkomende behoefte aan land meetkundige hulp voor verschillende maatschappelijke organen de land meters hun kennis in verschillende richting uit te breiden. En de belangrijkste daarbij is wel de hulp die van de landmeter verwacht wordt naast de administratie van de grondeigendom, die bij de verbetering van het grondgebruik en daarbij weer speciaal bij de ruilverkaveling. Dit is een cultuurtechnisch werk, waarbij een speciaal accent valt op de landmeetkunde en dat dit reeds van de aanvang af werd beseft, kan niet alleen hieruit blijken, dat de eerste belangstelling voor deze verbetering van de grondindeling door de kadaster-landmeters gewekt werd, maar ook uit het feit, dat toen de Ned. Heide Maatschappij hiervoor belangstelling ging tonen, zij als eerste daad een van haar ambtenaren voor landmeter liet studeren. Na een moeizaam begin en het overwinnen van grote behoudendheid is ook deze taak voor de landmeetkunde tot een zeer omvangrijke uit gegroeid. Voor de ruilverkaveling, waarvoor de eerste gegevens uit het Kadaster komen en de eindresultaten weer daarin verwerkt moeten worden en waarbij de landmeter de centrale figuur is die met de cul tuurconsulent en de plaatselijke commissie de zaken laat marcheren, is momenteel een onafzienbaar arbeidsveld geopend en de voorziening in de tegenwoordige behoefte wordt feitelijk geremd door het feit, dat niet meer landmeters van het kadaster hiervoor beschikbaar kunnen worden gesteld. Rond 40 landmeters, 40 landmeetkundige ambtenaren en ruim 40 tekenaars maken een productie van 15000 ha per jaar mogelijk. Hier uit ziet men duidelijk welke eisen aan de landmeetkundige dienst ge steld moeten worden om de jaarproductie belangrijk te verhogen. Hiernaast komt nog de behoefte aan landmeetkundig werk voor de Rijkswaterstaat, de Spoorwegen, de grote gemeenten en de planologi sche diensten. Deze werkzaamheden worden tegenwoordig meestal opgevangen door eigen landmeetkundige diensten, die echter steeds weer ten nauwste samenwerken met het Kadaster. Bij al de tot nu toe vermelde werkzaamheden is de positie van de landmeter een ambtelijke en wordt hij meestal reeds nu gelijk gesteld met de ingenieur. In het algemeen vindt men slechts weinig landmeters in particuliere dienst en dan nog voornamelijk bij grote lichamen als

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1950 | | pagina 39