40 B.P.M. en K.L.M., waar men ook al moeilijk van privéondernemingen kan spreken. De zuivere particuliere landmeter heeft hier in Nederland slecht wortel kunnen schieten en dat is feitelijk niet te verwonderen, want een groot deel der vereiste gegevens zal hij steeds uit het Kadaster moeten putten en juist de elementen in een meting waardoor deze van blijvende waarde wordt, zullen door een opdrachtgever het slechtst gewaardeerd worden en in het algemeen kan slechts de overheid zich de daarvoor nodige uitgaven veroorloven. Wij denken hierbij aan blij vende verzekering van vaste punten en de uiterst nauwkeurige bereke ning daarvan, de extra metingen voor de latere reproductie op het terrein en dergelijke meer. Bij de door mij geschetste diensten heeft de landmeter in de eerste plaats een leidende functie maar daaruit voortvloeiend ook vaak een uitvoerende functie. Door de moderne meettechniek is echter een ruim arbeidsveld vrij gekomen voor inschakeling van lagere krachten, want wanneer van een landmeetkundig probleem eenmaal de technische moeilijkheden zijn opgelost, is het verzamelen van de benodigde ge gevens voor die oplossing in het terrein meestal betrekkelijk eenvoudig werk en dientengevolge is een taakverdeling en inschakeling van lagere krachten, ook in het terrein, mogelijk geworden. Wanneer echter het verzamelen van de meetgegevens gepaard moet gaan met het daaruit trekken van verschillende conclusies of met be sprekingen met belanghebbenden, dan zal het de taak blijven van de landmeter zelf het terrein in te gaan om de metingen te verrichten. Zo zal de kadastrale landmeter voor zijn hoofdtaak, nl. het vastleggen van de eigendomsgrenzen en het later weer reproduceren daarvan, op het terrein zelf de metingen moeten blijven verrichten. Mijnheer de Voorzitter, zoals gezegd heb ik getracht in enkele forse lijnen een schets te geven van de landmeetkundige ontwikkeling en daaruit is toch wel gebleken, dat de taak en werkzaamheid van de land meter omvangrijk is en de tegenwoordige opleiding hem daarvoor ge schikt doet zijn. Er valt nog veel te meten hier in Nederland, terwijl ook nog een onafzienbare hoeveelheid werk wacht in de andere delen van ons Rijks verband. We moeten dus hopen, dat velen zich aangetrokken zullen gevoelen tot de studie voor geodetisch ingenieur, en dat ook zij de tradities van ons vak hoog zullen houden en liefde voor hun werk zullen hebben. Zij zullen dan hun plaats kunnen innemen onder de intellectuele werkers, waartoe zij door hun opleiding en werk behoren. Maar dan moeten zij ook de waardering vinden die werk en studie hun doen toekomen en daaraan hapert helaas nog iets. Want in het algemeen ge sproken kunnen alle ingenieurs die in openbare dienst werkzaam zijn, de rang van hoofdingenieur bereiken, wat echter voor de landmeter nog niet is weggelegd, zelfs niet voor de leiders van de grootste bureaux. Zo blijft hier nog een achterstelling aanwezig, maar ook achterstel ling heeft de ware landmeter nooit verhinderd met enthousiasme zijn

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1950 | | pagina 40