O-U] Daar de laatste term nul is, immers la,-o, is hiermede de gelijkheid bewezen. De vergelijkingen (i) en (2) gaan dus over in: 1 aef/] [aa]'x[aö]'y (3) [A//J {ab\' x [b b\ y. (4) In de termen voor de gelijktekens komen voor de ongereduceerde a en b, die resp. gelijk zijn aan en p sin (Ji/ r li' r h Substitutie hiervan in de eerste leden van (3) en (4) geeft: [^cos en Qsin <\i/ ^7-J- (5) De vormen (5) kunnen we beschouwen als de projecties op de coördinatenassen van een polygoon waarvan de zijden lengten hebben van p jy en richtingen waarvan de tangenten zijn cotg ijdus loodrecht op de richtingen van Pi naar P,-. In ieder punt van het tekenvlak kunnen we zo'n polygoon constru- eren; de methode zal hierna worden aangegeven. Zijn de projecties in beide richtingen nul, dan zijn de eerste termen van de vergelijkingen (3) en (4) nul, waaruit volgt: x o en y 0. Immers uit [aa]' x [ab]'y o en [ab)'x [bb']y o volgt {[aa]' [bb]'ab [afe]'} o en y [ab]' [ab]' [aa]' [bb]') o. cos l\l/ ,f P Fig. 2.

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1950 | | pagina 4