74 2) het verschil van referentie-oppervlak; bij de geod.-astr. bepaling van de schietloodafwijkingen werd gebruik gemaakt van de ellip soïde van Bessel, terwijl bij de physisch-geod. methode de inter nationale ellipsoïde als referentie-oppervlak werd gebruiktde in vloed van het gebruik van twee verschillende referentie-oppervlak ken zal echter niet groot zijn; 3) het ontbreken van zwaartekrachtsanomalieën in de oostelijke delen van de buitenste ringen bij de berekening van de 0 2, waardoor deze met een vrijwel constante waarde zullen zijn vermeerderd of ver minderd. De resultaten van dit onderzoek zouden nauwkeuriger zijn geweest wanneer ook voor de stations Van Goensbaai en Kaap V. d. Bosoh de 02 uit anomalieën berekend was i.p.v. verkregen door interpolatie. Ondanks het slechts zeer geringe aantal stations, waardoor men geen grote waarde aan de resultaten van dit onderzoek mag hechten, mag men toch wel verwachten dat de relatieve schietloodafwijkingen volgens de physisch-geodetische methode bepaald kunnen worden met een nauwkeurigheid die voldoende is om astronomisch bepaalde coör dinaten te corrigeren, zodat zij voor vereffeningsdoeleinden in een aero-triangulatie kunnen worden gebruikt. Onderschrift. S Na deze voordracht, gehouden in een vergadering van de Neder landse Vereniging voor Fotogrammetrie, werd een tweetal vragen ge steld, die hieronder volgen met de beantwoording. Ir. Scherpbier vraagt naar de berekeningsduur van de schietlood afwijking per station. - Antwoord: Volgens Verstelle is dit ca 9 uur per component per station voor de 0j.. De meeste tijd neemt het verzamelen van het benodigde kaartmateriaal in beslag. Baron de Vos van Steenwijk geeft voor de berekening van de 02. per station per component een kortere tijd. De heer Avenarius vraagt naar de m.f. van 10 door Baron de Vos van Steenwijk in de berekening van de 02 gegeven. Antwoord De m.f. is 10 van de grootte van de berekende waarde van de 02. Deze vrij grote m.f. is een gevolg van het vrij geringe aantal bekende zwaartekrachtsanomalieën. Zou een dichter net van anoma lieën aanwezig zijn, dan zou ook de m.f. kleiner worden.

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1950 | | pagina 74