78
afstanden een begin- of eindpunt heeft dat bij de reeds opgeschreven
afstand(en) niet voorkomt, zijn ze onafhankelijk.
Men denkt zich de constructie van de gehele figuur in en let er
aandachtig op, na elke denkbeeldige handeling, of er overtollige waar
nemingen voor de dag komen. Na de constructie van AE en EF en
de omboging FH en AH, blijkt de rechte hoek bij H overtollig te zijn.
ie controle: AH V AE2 EF2 HF2 (kwadraattafel!)daar
de twee rechte hoeken en elk der andere drie afstanden wellicht
andere gemakkelijke controles mogelijk zullen maken, schrapt men
AE, wat men in dit geval aanduidt door bij deze meetlijn „AE" te
schrijven (eventueel volgende van dergelijke aantekeningen bij deze
meetlijn hoogstens drie! moeten onafhankelijk zijn; zie boven).
Men laat de loodlijn HC neer; de waarnemingen AC en CH zijn
overtollig; in de nu ontstane figuur moet men dus twee controles
vinden.
2e controle: CE V HF2 {CH EF)2. Hoewel AE reeds
geschrapt is, heeft men CE nog kunnen gebruiken, omdat CE onaf
hankelijk van AE is. Men schrapt het meetgetal dat de afstand EF
aangeeft, omdat dit voor geen enkele controle meer gebruikt zal
kunnen worden.
3e controle: CH V AH2 AC2; men schrapt AC (aantekening
bij meetlijn AE; onafhankelijk!).
Men kaarteert het punt G. Overtollig is AG.
4e controle: AH V AG2 HG2; men schrapt AG.
Men laat de loodlijn GD neer; de nog bestaande onafhankelijke
maat AD is overtollig.
5e controle: CD DE HG GF of DE C° °F-; men
sthrapt de nog onafhankelijke maat DE.
Men kaarteert K en laat de loodlijn KB neer; de nog bestaande
maten AB en BK sijn overtollig.
6e controle: BK V AK2 AB2men schrapt AB. Langs AE is
nu geen enkele onafhankelijke maat meer over
AK X CH
7e controle: AK AH BK CH of BK men
AH
schrapt CH.
Het is niet onmogelijk dat men, als men de constructie anders be
gint, op minder gemakkelijke contróleberekeningen stuit. Het is een
kwestie van even proberen hoe men de constructie moet opzetten
om eenvoudige contróleberekeningen te vinden.
Opzettelijk heb ik in fig. 2 een fout aangebracht. Men localiseert
deze als volgt:
Controle nr. 1 blijkt niet te sluitende fout kan zitten in AE, AH,
HF, EF of L E.
Controle nr. 2 sluit, zodat als verdachte elementen overblijven AC
(nl. AE, misschien fout, min CE, goed) en AH.
Controle nr. 3 sluit niet; AC en AH blijven beide verdacht.
JtlLr