9
den Pi-612 enz., ontleend aan de tekening, op het schaaltje, geeft de
getallen voorkomende in kolom 1 van de bijgevoegde staat. Het
schaaltje kan op doorzichtig papier worden getekend.
Kolom 2 geeft de f's van het punt Plt overgenomen uit de H.T.W.,
kolom 3 de voor de achterwaartse richtingen gereduceerde f's en de
onveranderde van de voorwaartse. Kolom 4 bevat de getallen van
kolom 3 gedeeld door de overeenkomstige van kolom 1ze zijn de
lengten van de zijden van de vectorpolygoon. Deze worden uitgezet
loodrecht op de overeenkomstige richtingen PPen wel naar rechts
100) als ze positief, naar links 100) als ze negatief zijn. Als
schaal voor deze uitzetting koos ik 1 50. De vector, verbindingslijn van
begin- en eindpunt van de polygoon, is met een dikke lijn aangegeven,
de polygoon in P1 door een stippellijn. De moduli voor voorwaartse
en achterwaartse richting van en naar hetzelfde punt zijn samengevat,
ze hebben hetzelfde argument.
Een tweede voorlopige punt werd gekozen in de richting van deze
vector (die, wanneer de foutenkromme een cirkel is, naar het defini
tieve punt wijst) op een afstand van ongeveer 10 cm (schaal 11).
Om de richtingen van P2 naar de omringende punten te vinden wordt
P2 beschouwd als een excentrisch punt van P1. We vinden in kolom 5
de uitgepaste loodrechte afstanden van P2 op de lijnen P\Pi in cm,
die positief worden genomen als ze aan de linkerkant, negatief als ze
aan de rechterkant vallen. Deling van de getallen van kolom 5 door
de overeenkomstige van kolom 1 geeft de centreringscorrecties (kolom
6). Kolom 6 plus kolom 2 geeft kolom 7, de f's van P2Verder is
de werkwijze als in P1voor de constructie van de vector worden de
richtingen naar de omringende punten evenwijdig gedacht aan die in
Pide constructie is weggelaten. De werkwijze in P3, dat gekozen
werd tussen Pi en P2, is een herhaling.
Zijn de drie vectoren gevonden, dan vindt de constructie van het
definitieve punt plaats op de wijze als reeds werd besprokende con
structie is weggelaten.
Voor het definitieve punt P krijgen we een herhaling van de werk
wijze, de vectorpolygoon moet gesloten zijn (met stippellijn aan
gegeven). Uit de v's van P volgt m.
Onder ieder vak van Px, P2 en P3 is in het staatje berekend de
voerstraal van de foutenellips. [aa]' is de loodrechte projectie van de
vector op de verbinding met P (schaal 1:5o!) gedeeld door de afstand
met P (schaal 1:1).
Bij verschillende gewichten worden de normaalvergelijkingen gav]
o, gbv\ o en [gv\ o. De lengten van de zijden van de
vectorpolygoon worden dus j- g{fen de middeling van de f's voor
de achterwaartse richtingen geschiedt met gewichten.
De bruikbaarheid van de methode is hiermee aangetoond. Ik geloof
dat geen enkele grafische methode de machine in snelheid, overzich
telijkheid en nauwkeurigheid benadert. Ik heb toch het m.i. originele
denkbeeld van de heer Leenhouts met genoegen helpen uitwerken
en vertrouw dat ook de lezer dit genoegen zal delen.