25 tuurlijk voor de gebreken die zijn prognose onvermijdelijk aankleven, dat de bevolkingsaanwas een daling van de welvaart zal te zien geven, moet dan de gevolgtrekking zijn, dat men goed doet het verstrekken van medische hulp aan personen die zekere leeftijdsgrens hebben overschre den, te verbieden? Het spreekt vanzelf, dat men hier zal zeggen, dat andere waarden verre uitgaan boven het belang van de materiële voor ziening, doch hoe talrijk zijn niet de gevallen waarin de zaak in wezen precies zo ligt, doch deze veelheid en rangorde van waarden niet in aanmerking wordt genomen? De econoom die zijn wetenschap overziet, kent deze beperkingen zeer wel, doch hij weet ook, dat in minder deskundige kringen deze voorbehouden niet in acht genomen worden, en aan zijn woorden een uitleg wordt' gegeven die zijn bedoeling verre te buiten gaat. Is het dan een wonder, dat hij huiverig is zich uit te spreken Deze voorafgaande opmerkingen dienen niet om het vraagstuk van de sociaal-economische waarde van de grond terzijde te schuiven. Zij zijn slechts bedoeld om U vertrouwd te maken met de beperkingen waaraan de economische wetenschap onvermijdelijk onderworpen is. In ons land is het nu eenmaal gewoonte geworden het al dan niet ge motiveerd zijn van landaanwinst en dergelijke werkzaamheden te laten afhangen van de verhouding van de zogenaamde sociaal-economische waarde van de grond tot de kosten verbonden aan het desbetreffende cultuurtechnische werk. Wij kunnen ons dus gaan afvragen, wat men onder sociaal-economische waarde dient te verstaan, onder welke voor waarden die waarde kan afwijken van de marktwaarde of privaat- economische waarde, en hoe men de kosten dient te bepalen teneinde tot een juist oordeel t.a.v. de wenselijkheid tot uitvoering van het des betreffende werk te kunnen geraken. Men spreekt zo geredelijk van sociaal-economische waardein deze omschrijving- schuilen drie aspecten: a. wat is waarde? b. wat is sociale waarde? c. wat is sociaal-economische waarde? Wat is waarde? Stel, dat U de vraag werd voorgelegd, wat een straaljager waard is, dan zou bij U onmiddellijk de wedervraag oprij zen, wat bedoeld werd„Hoeveel kost zo'n machine bij aanschaf" of „Hoeveel is zo'n machine mij waard". U maakte dan terecht onder scheid tussen een objectief en een subjectief waardebegrip. „Hoeveel kost zo'n machine?" zou slaan op de objectieve ruilwaarde, of in de termen der Wageningers de privaat-economische waarde. „Hoeveel is zo'n machine mij waard?" zou slaan op een subjectief waardebegrip, en wel de subjectieve gebruikswaarde als U zich afvroeg welke bete kenis die machine voor U zelf zou kunnen hebben, en de subjectieve ruilwaarde, als U zou denken aan de geneugten, die U zou kunnen ontlenen aan de opbrengst bij verkoop van deze machine. Wanneer men nu spreekt van sociale waarde, dan bedoelt men daar mede de betekenis die zeker goed voor de samenleving als een geheel bezien heeft. Het moge duidelijk zijn, dat men hier in wezen een sub jectief waardebegrip hanteert, en laten wij gemakshalve zeggen, het begrip subjectieve gebruikswaarde.

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1951 | | pagina 27