Literatuuroverzicht 47 kunnen ongeveer 15.000 ha worden uitgevoerd. De Centrale Cultuur technische Commissie heeft dientengevolge een urgentieprogramma moeten opstellen, dat echter elk jaar opnieuw bezien wordt op zijn doelmatigheid. De heer Krombeen acht pachtruil niet wel mogelijk zonder eigen- domsruil en ziet heil in pachtruil met beperkte ruilverkaveling, die tot snellere uitvoering leidt. De Voorzitter sluit hierop de vergadering. Na de lunch wordt een bezoek gebracht aan de reeds uitgevoerde ruilverkaveling bij overeen komst, genaamd „Pannekeet" en aan de eveneens afgewerkte ruilver kaveling „Zuid-Scharwoude". Beide blokken betreffen gronden die voorheen veel overeenkomst vertoonden met de „Waarlandspolder". Ook deze polder wordt bezichtigd. De grondwerken zijn hier ten dele gereed en ten dele in volle uitvoering. Men verkrijgt op deze wijze een goed inzicht in hetgeen was en in hetgeen gewrocht zal worden om onze tuinders te helpen bij hun energiek streven naar rationalisatie. Utrecht, September 1950. Ir. J. F. Ilsen Inleiding tot de bodemkunde van Nederland door Prof. Dr. C. H. Edelman, Hoogleraar aan de Landbouwhogeschool te Wageningen, Directeur van de Stichting voor bodemkartering. N.V. Noord-Hol landse Uitgevers Maatschappij, Amsterdam, 1950; 178 blz., 65 foto's, grafieken en tekeningen in de tekst, één voorlopige bodemkaart van Nederland in kleurendruk op schaal 1 400.000. Geb. 14.50. Na een korte algemene beschrijving van Nederland, waarin de aan dacht wordt gevestigd op de regenval, de verdamping en de tempera tuur in ons kleine land met zijn snel groeiende bevolking van 10 mil- lioen mensen, volgt een uiteenzetting over de gevolgde methode van classificatie van de Nederlandse gronden. De bodemtypen, gronden met een ongeveer gelijk bodemprofiel, worden verenigd tot bodem reeksen en deze tot bodemassociaties, die een verfijning vormen van de reeds door Staring gevolgde indeling in bodemkundige landschap-- pen, wel bekend uit de schoolatlassen. Op deze kaarten worden ge woonlijk onderscheiden: jonge zeeklei, oude zeeklei, beekbezinking, zand- en grindgronden, duinen en zandverstuivingen, laag- en moeras veen, hoogveen (afgegraven), hoogveen (niet afgegraven), loess. De schrijver geeft een indeling in 14 hoofdstukken, getiteld: zand gronden, rivierkleigronden, veengronden en veenontginningsgronden, duinzandgronden, zeekleigrond van het Zuidwesten van Nederland, estuariumgronden van westelijk Nederland, zeekleigronden van Noord- Holland, zeeklei van Friesland en Overijsel, zeeklei van Groningen, Zuiderzeebodemgronden, bodem van de droogmakerijen, loessleem- gronden. Zeer lezenswaard zijn de beschouwingen over het ontstaan van de gronden, die gegeven worden bij de zandige afzettingen, de rivier kleigronden, de veengronden en de zeekleigronden van het Zuidwesten

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1951 | | pagina 51