RECHT EN ADMINISTRATIE J. J. GORTER Vijf en twintig jaren kadastrale ruilverkavelingsdienst Ingenieur-verificateur van het kadaster te Arnhem (Voordracht gehouden op de Algemene Vergadering van de Ver eniging voor Kadaster en Landmeetkunde te Utrecht op 30 Sept. 1950) Op 31 October 1949 was het 25 jaar geleden dat onze eerste ruilver- kavelingswet het Staatsblad bereikte. Aan dit feit is toen enige aan dacht besteed o.a. in de landbouwpers en in een door Ir. L. H. Bouw man, ingenieur bij de Cultuurtechnische Dienst, gehouden radiovoor dracht. Het is merkwaardig dat met geen enkel woord gewag werd gemaakt van de landmeter van het kadaster en van de kadastrale ruilverkave lingsdienst in het algemeen, en evenmin van de wijze waarop het Ministerie van Financiën steeds onbekrompen aan zijn uit de wet voortvloeiende verplichting tot beschikbaarstelling van personeel en outillage heeft voldaan, daarmede een goede en vlotte uitvoering van ruilverkavelingen ook werkelijk mogelijk makend. Geheel verwonderlijk is het ook weer niet, daar het in betrekkelijke stilte door de ruilverkavelingsdienst verrichte werk niet zo zeer tot de buitenstaander spreekt en deze in den regel niet voldoende zal beseffen van welk een omvang de werkzaamheden zijn die aan de met de uit voering van een ruilverkaveling belaste plaatselijke commissie zijn op gedragen en welk een belangrijke taak daarbij aan de bijstand ver lenende landmeter van het kadaster is toegewezen. Mr. A. F. Schepel noemt in zijn toelichting op de Ruilverkavelings- wet 1938 de landmeter de ziel van het werk en ook Ir. F. P. Mesu, directeur van de Cultuurtechnische Dienst, liet zich aldus uit in een artikel„Iets over de Cultuurtechnische Dienst en over het werk van de Cultuurconsulenten", gepubliceerd in het Maandblad voor de Land- bouwvoorlichtingsdienst, jaargang 1947 Nr. 6. Het is prettig van inge wijden deze uitspraak te vernemen, ook al is de grote voldoening voor de landmeter, en voor de ruilverkavelingsdienst in zijn geheel, gelegen in het werk zelf en in het besef zeer nuttige en scheppende arbeid te verrichten. Voor de landmeter is elke door hem mede uitgevoerde ruil verkaveling een stuk levensgeschiedenis. Men leide uit het voorgaande niet af, dat ik hier een pleidooi wil gaan houden voor de landmeter van de ruilverkavelingsdienst. Wan neer ik thans Uw aandacht vraag, is dat ingevolge een verzoek van het bestuur van onze vereniging, dat het feit van het 25-jarig jubileum van de ruilverkavelingsdienst op 1 November a.s. niet onopgemerkt

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1951 | | pagina 5