6 uitblijven van de Herverkavelingswet, zo'n goed verloop konden nemen. De bezetting van het bureau te Middelburg is geleidelijk gegroeid tot nu we aan de top der werkzaamheden staan ongeveer 25 man. Wanneer ik nu nog vermeld, dat op 15 Mei 1950 een achtste bureau te Almelo gevestigd werd voor de uitvoering van de reeds gestemde en spoedig komende ruilverkavelingen in Twenthe en de Achterhoek, dan is daarmede, zij het in vogelvlucht, de geschiedenis van de ruilver- kavelingsdienst compleet. Ik wil echter nog eenmaal de namen noemen van O. J. Jonas en J. F. Ilsen, die in zo belangrijke mate hun aandeel hadden in de vorming van de groeiende schare ruilverkavelaars, waarmede ook zij hun stempel op de dienst gedrukt hebben. En verder mag ik niet vergeten te noemen H. J. van Leusen, van 1924 tot 1935 tweede secretaris van de centrale commissie, daarna tot 1949 vice-voorzitter, met wiens onontbeerlijke steun de opbouw van het ruilverkavelingswerk mocht plaats vinden. Men onderschatte het werk van de pioniers niet, ook al waren de ruilverkavelingen in den beginne van eenvoudiger aard dan thans. Als we nu de rekening opmaken over het in de afgelopen 25 jaren verrichte werk past ons enige bescheidenheid. Indrukwekkende getallen kan ik helaas niet geven. Ik zei reeds dat de groei van de ruilverkaveling aanvankelijk beneden de verwachting bleef. De lijn is pas goed beginnen te stijgen na 1938. In dat jaar hadden we nog maar een bezetting van 15 a 20 man. En juist toen we in 1940 met volle kracht de vele ruilverkavelingen te lijf zouden gaan, kwam de oorlog het tempo meer en meer afremmen. Ook de eerste jaren na de bevrijding gaven nog vele moeilijkheden, en eigenlijk kunnen we nu pas zeggen het werk weer zodanig in de hand te hebben dat elke aangevangen ruilverkaveling vrijwel volgens het opgestelde programma kan worden uitgevoerd. Als we ons realiseren wat tot stand kwam en wat er nog te doen valt, kunnen we in deze 25 jaren niet veel meer dan een aanloop zien; maar de volbelaste machine is nu van de grond losgekomen. Ik wil U enkele getallen noemen. Tot en met 1935 kwamen tot stand 16 ruilverkavelingen met een totale oppervlakte van 6410 ha of ongeveer 400 ha per jaar van 1936-1940: 14 ruilverk. met 4420 ha of ca. 900 ha van 1941-1944: 13 6290 ha of ca. 1600 ha in 1945, toen alles gedesorganiseerd wasnihil in 19467 ruilverkavelingen met 6400 ha jn I947 3 2480 ha; in 1948: 4 5010 ha; in 1949: 5 4610 ha; in 1950: 4 4730 ha. In totaal is dit over de afgelopen 25 jaren66 ruilverkavelingen met 4°35° ha. Hierbij kan nog geteld worden een aantal ruilverkavelings-

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1951 | | pagina 8