Pr.
WïJ
(F-lFi)-'7v "(T^^-
<V'-r',= (fPü-
64
In die formule is p 636620; (of ./(bij voorwaartse richtingen)
is in dmgr, l',- in cm uitgedrukt. Heeft men als de afstand PF,i
op de schaal 1s afgebeeld en stelt men zt op de schaal 1: v als
V{ 1 Vt) (in cm) voor, dan is
636620 f'i
v.r (P'Pi)'
Van deze formule is,'ter bepaling van de afstanden F,- 1 F,), een
nomogram gemaakt, dat in fig. 2 verkleind is afgedrukt. De /-hyper
bolen, die er voor positieve waarden van of /,op voorkomen, zijn
becijferd voor waarden s v 2.106 en fv io6. Men kan het dus
b.v. gebruiken voor s 50000 en v 40, voor s 40000 en v
25, enz.
Men legt het, ook bij constructie van de vectorpolygonen uitgaande
van P"P'" of P, zodanig op de werktekening, dat de horizontale
asymptoot valt door P' en de verticale, die evenwijdig moet lopen aan
de richting P' P,, door F,_ 1. Men vindt dan F,op de wijze zoals in het
nomogram is aangegeven.
Is f'i negatief, dan gebruikt men het met de verkeerde kant boven.
Het dient dus op transparant papier te zijn vervaardigd. Het voordeel
er van is, dat men zich er geen rekenschap van behoeft te geven of
Vi rechts of links van V,-— 1 moet liggen; het nomogram wijst dit
zelf uit.
De constructie van het definitieve punt P kan geschieden op de wijze
zoals door de heer De Groot vermeld. De waarden in dit punt, die
men met het nomogram uit fig. 1 kan bepalen, zijn, eventueel na
reductie, de bedragen vt.
De constructie van de foutenellips heeft plaats op de wijze door de
heer De Groot beschreven.
Een complicatie doet zich voor als men aan de gemeten richtingen
gewichten toekent. Men moet dan, zoals De Groot reeds opmerkt, de
waarden bepalen uit .Deze berekening kan het best
geschieden in het hulpformulier. De lengten van de zijden van de
vectorpolygoon worden in dit geval:
ITr 636620 f'igi
Schrijft men hiervoor
636620 f'i
dan zal men voor de constructie van F,- dus het nomogram uit fig. 2
kunnen gebruiken als men de punten P, krachtens de betrekking
(p, pj (/J' P')
gi
kan construeren.
Dit gaat op eenvoudige wijze met het nomogram, dat als fig. 3 op
